Goya en hekserij

In het museum Catharijneconvent in Utrecht is de tentoonstelling “De heksen van Bruegel” te zien. In samenwerking met het museum geeft Maria Tausiet op 5 november bij Instituto Cervantes de lezing: “Niet te geloven!” Hekserij en ironie van Bruegel tot Goya.

Goya fragment vliegende heksen
Fragment vliegende heksen, Goya

Biografie Francisco de Goya y Lucientes (1746-1828)

Geboren in Fuendetodos in 1746 en overleden in Bordeaux in 1828. Hij schilderde maar maakte ook veel etsen en tekeningen. In zijn jonge jaren maakte hij “kartons” in kleurrijke rococostijl voor de koninklijke wandtapijtenfabriek Santa Barbara in Madrid.

De kunst van Goya is het begin van de moderne kunst. In 1770 reisde hij naar Italië waar hij in contact kwam met het neoclassicisme. Deze stijl neemt hij over. Bij zijn terugkomst in Spanje schilderde hij idyllische taferelen in heldere kleuren. In 1786 werd hij tot hofschilder benoemt. Goya is een van de beste Spaanse schilders. Hij is een voortreffelijke portrettist. In zijn ingewikkelde werk verbindt hij het vriendelijke, klassieke, monsterlijke, denkbeeldige en zijn innerlijke wereld.

In 1793 werd hij ernstig ziek waardoor hij doof werd. Dit leidde tot een nieuwe creatieve en originele stijl met minder pittoreske thema’s. Zoals etsen die hij maakte over de Onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk in “Los desastres de la guerra” (Verschrikkingen van de oorlog). Duistere krachten, irrationeel gedrag en de menselijke wreedheid, domineren Goya’s etsen uit dit album

De doofheid veranderde zijn karakter en hij schilderde zijn binnenwereld; somber en erg donker. Het hoogtepunt van zijn werk zijn de schilderingen op de muren van zijn huis, Quinta del Sordo, “Las Pinturas Negras”. Daar begint de moderne schilderkunst.

In oktober 1824 verlaat Goya het onderdrukkende hof van Fernando VII en vlucht naar Bordeaux in Frankrijk. In deze stad overlijdt hij in 1828. Toen Goya op 82 jarige leeftijd overleed, had hij driehonderd etsen en 900 tekeningen gemaakt.

Heksen

Vanaf de Middeleeuwen is in de Europese cultuur het geloof in hekserij diep geworteld. Door de publicatie van boeken, zoals het vijftiende-eeuwse “Malleus Maleficarum” ook wel “Heksenhamer” genoemd, werd het geloof in het bovennatuurlijke en hekserij gevoed. Het boek werd gebruikt als een gids om een heks te herkennen. Het beïnvloedde de overtuiging dat heksen erg gevaarlijk waren. In de 16e en 17e eeuw werden heksen vervolgd door de kerk en Inquisitie. Dit duurde tot de Verlichting, een tijd waarin de heks een figuur van satire werd. Goya vond dat hekserij is gebaseerd op redeloosheid en dat de angst wordt aangewakkerd door de kerk en Inquisitie, om zo de macht te behouden.

Goya: van oude meester naar moderne kunstenaar

Goya is vaak beschreven als de laatste kunstenaar van de oude meesters en de eerste moderne kunstenaar. De moderne kunst in Spanje begint met Goya. De echte en spirituele wereld werden al gecombineerd in de religieuze kunst. Goya was één van de eerste schilders die een verband legde tussen de symbolieke wereld en de wereld van de Verlichting. Een politieke en filosofische beweging die door gebruik van de rede, bijgeloof en machtsmisbruik van de kerk tegen wil gaan. Goya wilde met zijn werk een diepgaande dialoog over de heersende ideeën op gang brengen. Op het moment dat Goya niet meer aan het hof werkte, had hij de volledige vrijheid. De kunstenaar is meer aanwezig in zijn werk.

Reeks van schilderijen met heksen

De schilderijen met heksen zijn tegelijkertijd geschilderd. Oorspronkelijk bestond het uit een groep van zes schilderijen met dezelfde kleine afmeting. Ze zijn gemaakt in opdracht van de Hertogen van Osuna, la Alameda de Osuna, voor hun buitenverblijf in de buurt van Madrid.

Drie schilderijen uit deze serie worden nader toegelicht: De vliegende heksen, Heksensabbat en Samenzwering.

Vuelo de brujas, De vliegende heksen 1798
Museo del Prado Madrid

Vliegende heksen 1798

Drie personen in de lucht houden een man vast en ze eten hem op. Het zijn niet zoals gebruikelijk vrouwelijke heksen, maar mannelijke. Ze dragen rokken en een “coroza”, deze hoeden werden gedragen door de Inquisitie. Er zijn kronkelende slangen op de hoeden geschilderd, die het kwaad vertegenwoordigen. Hun ontblote bovenlijf wekt de suggestie van flagellant (geselaar). Het slachtoffer spreidt zijn armen uit, heeft grote angstige ogen en schreeuwt.

Onderaan het schilderij zien we twee boeren die in de duisternis de top van een berg hebben bereikt. De ezel, die eerder gestopt is op het pad, vertegenwoordigt de onwetendheid. De mannen zijn onschuldige voorbijgangers die niet willen weten wat er gebeurt. De ene man ligt op de grond en hij bedekt zijn oren, omdat hij het geschreeuw van de man in handen van de heksen niet wil horen. De andere man bedekt zijn hoofd met een laken tegen het licht en wil niet zien wat er gebeurt. Met zijn handen maakt hij het figa-teken (de duim tussen de wijsvinger en middelvinger) om het gevaar af te wenden.

Het satirische aspect in dit schilderij uit zich door het weergeven van bijgeloof en hekserij met personages die verkleed zijn als de Inquisitie. Het meest treffende in dit schilderij zijn de heksen. Het zijn heel tastbare, echte, geïdealiseerde, gespierde mannen. Hun armen en benen zorgen voor een uitbarsting van licht in de dichte duisternis.

El Aquelarre, Heksensabbat, 1798
Museo Lázaro Galdiano in Madrid

Heksensabbat

Dit schilderij heeft als onderwerp het ritueel van de heksensabbat. De duivel verschijnt als een grote bok; een wellustig figuur in de christelijke cultuur. Hij zit, gekroond met vijgenbladen, grote wijd open ronde ogen en hij straalt licht uit dat alle aanwezigen verlicht. Hij wordt omringd door jonge en oude heksen die hem kinderen aanbieden. Boven de hoofden van deze erg macabre bijeenkomst vliegen vleermuizen of vampiers die zich aan de heksen laten zien.
(Vertaling van beschrijving Fundación Lazaro Galdiano)

El Conjuro, Samenzwering, 1798
Museo Lázaro Galdiano in Madrid

goya las brujas samenzwering

Het onderwerp van dit schilderij is een samenzwering van oude heksen. Een man met een wit overhemd wordt overvallen door heksen op zijn rustplaats. Boven zijn hoofd verschijnt het gezelschap van de koningin van de heksensabbat; heksen, vleermuizen en uilen. Het zijn allemaal bloedzuigers. De man wordt gekweld door de koningin van de heksen, die met haar gele cape in het middelpunt en in het licht van de naargeestige compositie is afgebeeld.

De andere heksen doen verschillende dingen: de oudste met een uil op haar hoofd, draagt een mand met kinderen die uit hun huis gestolen zijn. Naast haar staat een heks met een witte cape, die met kaarslicht de samenzwering voorleest. Daarnaast staat een andere heks die een speld in de rug van een foetus steekt om er bloed uit te zuigen, terwijl twee vleermuizen haar mantel vastgrijpen. Een andere heks verlicht met een kaars de angstige man. Vanuit de donkere hemel doemt een figuur op met lange botten in zijn handen, dit zou de duivel kunnen zijn. Het dramatische effect van dit schilderij ligt in de kracht van de compositie en de manier waarop Goya kleur gebruikt.

(Vertaling van beschrijving Fundación Lazaro Galdiano)

Linda meastra! (Mooie onderwijzeres!, ets, 1799)

Goya Linda maestra

Een oude heks leert een beginneling hoe ze op een bezem kan vliegen. De titel “Linda maestra!” is ironisch bedoelt gelet op de lelijkheid en gebrekkigheid van de oude heks.

Weble een Goya-kenner uit het begin van de twintigste eeuw (1936)

“Met de expressieve tekeningen van gezichten en handen, bereikt Goya een grootheid die te vergelijken is met Rembrandt. Een “Rembrandt“ die vertrokken is uit de buurt van het Bijbelse Palestina naar de levendige dagelijkse samenleving van 19e eeuw in Spanje”.

La belleza encarrada,: Vuelo de brujas, de Francisco de Goya
Manuel Borja-Villel, directeur van het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia, geeft commentaar op het schilderij “Vliegende heksen” van Francisco de Goya y Lucientes, (1797-1798)

Geraadpleegde literatuur en websites:
Goya in The Metropolitan Museum of Art, Colta Ives and Susan Alyson Stein, 1995
Goya 250 Aniversario, Juan J. Luna, Museo del Prado, Madrid, 1996
Goya and the Grotesque: A study of themes of witchcraft and monstrous bodies, A thesis in art History, Kristin Ann Ziech, University of Missouri, 2012
Goya Order & Disorder, Museum of Fine Arts, Boston, 2014
Goya The Witches and Old Women Album, The Courtauld Gallery, London, 2015

Museo del Prado, Madrid https://www.museodelprado.es/
Museo Fundación Lazaro Gialdano, Madrid, http://www.flg.es/

Tante Mayke heeft altijd “freaky” plannen

Mijn nichtje en neefjes zijn gezegend met een tante die graag leuke dingen met ze wil doen. Wat ik leuke dingen vind en wat zij leuk vinden loopt niet altijd synchroon. Bijvoorbeeld:

– De Domtorens beklimmen: nee, saai

– Onder het Domplein lopen: nee, eng

– Valse ezels aaien bij het pannenkoekenhuis: ja, totdat de ezels wel erg venijnig bijten

– Op de fiets door de stad scheuren op weg naar de bioscoop: ja leuk, film was niet meer interessant. Hij was blij dat film was afgelopen en we weer hard door de stad konden rijden.

– Centraal Museum: Nee, saai

– Museum van speelklok tot pierement: Ja, maar het konijn uit de kool werkte niet dus: nee

– Spoorwegmuseum: ja totdat we in het Stalenmonster (achtbaan) gingen en hij heel bleek en trillend uit het karretje stapte.

– De parade; zweefmolen, poffertjes bakken, klussen: ja, de poffertjes waren lekker maar bij de zweefmolen stond volgens mijn neefje een gevaarlijke gek die steeds aan de stoeltjes trok. “Die man moeten ze ontslaan” (6 jaar) riep hij. Bij het klusgedeelte zijn we weggestuurd omdat ze met het gereedschap niet alleen dingen bewerkten maar ook andere kinderen. Gezeur…gewoon supersociale kinderen die alles onderzoeken. En zo leren ze wat wel kan en wat niet kan.

– Piekenkermis met ponies: ja. Bij de ponies werkte een man die nog maar een paar tanden in mond  had en in ieder geval zijn ogen niet op één rij had. Na betaald te hebben durfde mijn neefje niet meer omdat hij bang was van de enge man. Zijn oudere broer mocht daarom nog een extra rondje rijden. Het arme kind, “We hebben betaald en nu ga je ook ponyrijden ook en blijf zitten!!!”
– In de octopus: ja dat vonden ze erg leuk en ze wilden erin. Toen de octopus eenmaal in bewegingkwam wilde mijn neefje eruit. Mijn zus raakte in paniek en wilde dat het gevaarte stopte. De mevrouw van de octopus riep in haar microfoon: “moeder in paniek, moeder in paniek de octupus wordt gestopt”.

– Waterfietsen: ja of toch nee, levensgevaarlijk. Op een snik hete dag gingen we waterfietsen door de grachten van Utrecht, leuk toch. Het is een wonder dat er niet echt iets is misgegaan. De kinderen wilden steeds wisselen met trappen. Ik bleef naar wespen slaan waarop ze in koor riepen, “Niet slaan tante Mayke dan wordt de wesp boos”. Allerlei rondvaartboten moesten we ontwijken maar het roer werkte niet goed waardoor iedereen op de waterfiets riep we moeten naar links tante Mayke, naar links!. Bij het terugbrengen van de waterfiets vaarde er bijna een plezierjacht tegen ons aan. Mijn zus begon te flippen. Fijn, dan gebeurt er nog eens wat in de gracht.

Gelukkig zijn ze nu wat ouder en laten ze zich niet meer door hun overenthousiaste tante overal in stoppen.

Neem dan toch een hond…

multi-funcionele hond
multi-funcionele hond

Regelmatig loop ik op zondagmiddag een rondje door de stad. Steeds neem ik een andere route om het leuk te houden. Bij het Lepelenburgpark stond een blinde man die wilde oversteken. Hij stond hulpeloos aan de rand van de stoep, duidelijk wachtend op iemand die hem zou helpen. Met de mannelijke blinde medemens heb ik enigszins een probleem. Als ik ze help dan hangen ze direct aan mijn arm en staan dicht tegen mijn lichaam. Dat vind ik erg onprettig.

Ik zat een keer in de bus in de buurt van een blinde man. Tegen de chauffeur was hij aan het klagen dat hij zo moeilijk de weg konden vinden op het Centraal Station door de verbouwing. Het klonk heel oprecht en de buschauffeur vroeg me of ik de man kon helpen. Geen probleem. Totdat hij me vastpakte en aan me ging hangen. Daar ligt dan toch echt de grens van mijn handicap. Ik durfde hem niet weg te duwen omdat ik bang was dat hij ergens tegen aan zou lopen.

Enige tijd later zag ik dezelfde man in de supermarkt boodschappen doen. De stok was verdwenen en de boodschappen pakte hij uit het schap en deed ze zonder moeite in zijn mandje. Zijn ogen zagen er nog wel wat spooky uit. Ik was erg verbaasd, een wonderbaarlijke genezing. Sindsdien ben ik terughoudend bij het helpen van blinde mannen. Vrouwen die blind zijn gaan immers nooit aan je hangen. Als je zegt dat ze veilig kunnen oversteken dan is dat voldoende.

De man bij het park heb dus ik laten staan. Het voelde wel alsof ik iemand aan zijn lot overliet. Vervolgens schreeuwt een vrouw tegen me dat ik een asociale trut omdat ik die man niet help met oversteken. Het enige wat ik kon zeggen was: “Dan moet hij maar een hond nemen”. Op het moment dat ik het zei dacht ik “Oh foute boel”. Ik ben snel weggegaan.

Wat een gemuts

Af en toe ben ik behoorlijk vaag waardoor ik in verassende situaties terechtkom. Het gaat eigenlijk nooit echt fout, zo vaag ben ik nou ook weer niet.

Een tijdje geleden zag ik op het internet dat er een lezing was over de bijbel en homoseksualiteit. Wie het organiseerde was onduidelijk, maar ik vond het interessant om er naar toe te gaan. Het was ’s avonds aan de Oudegracht en het zag er prima uit en ik besloot om naar binnen te gaan.

In het zaaltje waar de lezing werd gehouden zaten uitsluitend vrouwen. Dat vond ik wel enigszins vreemd maar niet verontrustend. Mannen zijn van nature altijd wat later. De dame die de lezing gaf was eigenlijk geen dame, maar een vrouwspersoon. Op het scherm stond deze zin geprojecteerd : Seksuele oriëntatie, genderidentiteit en seksuele moraal in de kerk en het geloof. Dat vond ik behoorlijk cryptisch en het beloofde weinig goeds.

Er werden allerlei vreemde bijbelteksten voorgelezen. Op het scherm verschenen curieuze teksten waarover werd gediscuteerd. Nu ben ik noch gelovig noch lesbisch en ik besloot om me op de vlakte te houden. Wat soms wel een hele opgave was omdat de discussie krankzinnig was.

“… Kan er op gewezen worden dat we de bijbelse voorschriften niet mogen toepassen met uitschakeling van onze eigen verantwoordelijkheid. We hebben ons serieus af te vragen wat de gevolgen zijn van de wijze waarop wij de Schrift gebruiken: Wordt daarmee Gods bevrijdende gerechtigheid gediend of niet?”

Steeds werd benadrukt dat genezing mogelijk was. De spreekster had een praktijk  waar ze homoseksuele mensen “behandelde”. Ze was erg fanatiek en met haar armen wees ze alle kanten op. Ik werd er bang van, voor je het weet wijst ze je aan om naar voren te komen om je homoseksuele leed te delen. Inmiddels was ik op zoek naar de nooduitgang. Ik ben ruimdenkend en respecteer de mening van andere maar dat wil niet zeggen dat ik er ook naar wil luisteren.

Vanuit de bijbel weten we ook dat het verlangen naar iemand om daarmee je hele leven te delen, hoogte en dieptepunten, blijdschap en verdriet, lichaam en ziel, een van de meest basale en gerechtvaardigde menselijke verlangens is. Lees in Genesis 2 vers 18-25 het verhaal over de schepping van Eva, nadat Adam een hulp tegenover zich miste. Zelfs Adam, die dagelijks wandelde met God, voelt zich eenzaam en wordt meer mens dankzij een medemens met wie hij of zij een mag zijn. Mede dankzij de medemens die je bemint en trouw blijft, komt een mens tot zijn recht, tot groei en bloei. Zou dat voor homofielen zo heel anders liggen?

Mijn keel was kurkdroog met een kriebelhoest als gevolg. Mooi moment om de zaal te verlaten. Eenmaal buiten was ik gedesoriënteerd en kon ik de uitgang niet vinden. Er was niemand te zien maar ik hoorde wel muziek en pratende mensen. In een klein zaaltje met een verdwaalde discobal aan het plafond, zaten vrouwen te praten en werd er gedanst. Er hing een merkwaardige sfeer, het deed me denken aan een brugklas feestje waar meisjes met elkaar dansen omdat er geen jongens uitgenodigd zijn. Ik besloot om even te blijven zodat ik kon zien waar ik was terechtgekomen.

Soms heb je van die avonden dat je van de ene hopeloze situatie in de andere hopeloze situatie belandt. In een hoek zaten een aantal volslanke vrouwen met vleeskleurige bh’s aan. Het was er best warm en broeierig, maar om in je bh te gaan zitten dat vond ik wat overdreven. Toen ik zag dat hun bh’s meer leken op twee grote badmutsen ben ik snel weggegaan. Een beetje teveel vrouwen onder elkaar en ik vrees dat die vrouwen niet meer te genezen zijn.

De lezing werd gehouden door een lid van de Vereniging van christelijke homo’s, lesbiennes en biseksuelen.