
In een verlaten steeg
ontmoette ik een oude man.
Hij zei tegen mij:
“Spreid je vleugels uit,
laat je dragen door de wind”.
Mijn vleugels spreidde ik uit
zonder angst vloog ik weg.
Naar plaatsen waar
altijd al naar toe had willen gaan.
Over meren, bergen en woestijnen
sloeg ik mijn vleugels uit.
Van elke plaats nam ik alleen
de mooiste herinneringen mee.
Ik werd degene die ik altijd al
had willen zijn
voordat ik mijn beperkingen
leerde kennen.