Geluk zit in een klein hoekje

 

Gisteren heb ik wraak genomen op het mindfulness-project in de wachtkamer. Ik word er zó opstandig van. Je kunt een papiertje pakken uit een mandje met leuke berichten en er een ander leuk bericht terug in doen. Mijn eerste reactie was: “Ik gooi alle papiertjes de lucht in, dan licht de vloer vol met gekleurde papiertjes. Leuk!” Iedere week moet ik me inhouden om dat niet te doen.

Gisteren zat ik alleen in de wachtkamer en ik besloot om de papiertjes open te vouwen. Ze moeten op zijn minst een keer gecontroleerd worden. Met een gekkenradar ben ik door het mandje gegaan. Inderdaad, wat een kansloos project. “Één dag niet gelachen is één dag niet geleefd”. Op een ander briefje stond: “Neem je medicatie in”, “Glimlach naar een vreemde” of “Geluk zit in iedereen je moet het alleen weten te vinden” “Ik heb een boek geschreven te koop in de winkel”, “Hoe heet een vlieg die dood is? Vloog” “Houd moed”. Na er een aantal gelezen te hebben, kwam ik er achter dat er dubbelen in het mandje zaten. De enige verklaring daarvoor is dat iemand maar één bericht kan bedenken, er iedere keer één uithaalt om vervolgens hetzelfde bericht er in te stoppen. Kansloos!

Ik dacht dit project ga ik saboteren en heb er klote teksten in gedaan “Ieder mens heeft recht op zijn wanhoop” “Als gisteren nou eens morgen blijkt te zijn” “Leef je eigen leven in het verleden”. “Een dag zonder zonneschijn leidt tot zielenpijn”, “Ga direct naar het gesticht en ga niet langs start”. “Geluk zit in een klein hoekje”. Ik weet niet of iemand anders de berichtjes controleert. Beetje flauw misschien, maar na twee maanden tegen het bakje aangekeken te hebben was ik het zat.

Elkerliek, ziekenhuis in het zuiden

slagboom

Helmond en ik het wil niet echt vlotten. Ik werd door een echtpaar tegengehouden toen ik de gesloten afdeling waar mijn moeder verblijft wilde verlaten. “U mag niet van de afdeling af” Dacht even dat ik echt gek werd. “Zit ik nou op een gesloten afdeling zonder het zelf te weten?” Op mijn vraag waarom ik niet weg kon kreeg ik het antwoord “U draagt geen jas”. Ik dacht deze mensen moeten zelf terug naar de afdeling. Mijn antwoord: “Waar bemoeit u zich mee” viel verkeerd. Echt bla bla bla. “Als u het niet erg vindt ga ik naar het toilet”.

Tweede incident. Ik fietste naar het ziekenhuis en reed op de weg in plaats van het fietspad. Ik had het fietspad niet gezien. Na een stukje fietsen sta ik voor een slagboom. Ik dacht “Wat een gezeik zo kan ik er niet door”. Achter mij stond auto te toeteren. Mensen op de stoep riepen naar mij “Mevrouw dat is niet goed”. “Niet goed wat is dit voor gedoe!” Met wat trekken en duwen, kon ik langs de slagboom. Ik wilde wel op het fietspad rijden maar dat hield abrupt op.
Ik weet het niet hoor, wat een toestanden om helemaal niks. Mijn oom vertelde me dat ik mijn fiets moest parkeren in een fietsgarage (in Helmond????) en met een golfkarretje naar de ingang van het ziekenhuis zou worden gebracht.
Ik kreeg het gevoel dat ze klantvriendelijk over willen komen nadat ze de bezoekers van ziekenhuis eerst gek hebben gemaakt. “Oh wat fijn, ik mag met een karretje dan hoef ik mijn fiets niet bij de ingang neer te zetten”

Vandaag was de buurvrouw op de kamer van mijn moeder, ook niet al te helder. Bij binnenkomst begon ze een verhaal te vertellen waar ik niets van begreep. Voor de verwarring van een ander kan ik even niet veel sympathie opbrengen. Alles is al verwarrend genoeg. Het was wel erg grappig dat ze “We gaan nog niet naar huis” begon te zingen toen haar kinderen naar huis wilde gaan. Het einde van het dit liedje had ze wel aangepast aan haar situatie “We gaan nog niet naar huis want ons moeder ligt in het ziekenhuis”. Dat lijkt op een heldere geest.

Leuke knopjes waren er genoeg, maar zonder toestemming heb ik nergens op gedrukt.

Georganiseerde chaos

zorghotel

Zorghotel

Mijn moeder is helaas ziek en daarom zit ze in een zorghotel, Vitassist. Het is een plek waar je wilt zijn als je ziek bent. Alle luxe van een viersterren hotel en daarbij veel verpleegkundigen die hun werk serieus nemen. Afgelopen week ging ik bij haar op bezoek. Ik was enigszins gestrest omdat ik geen idee had waar het zorghotel in Helmond lag. Met een ov-fiets was ik er binnen tien minuten. Het was nog wel even puzzelen waar de ingang was.

Het hotel ligt in een soort niemandsland. Er waren vast projectontwikkelaars die voor dit stukje Helmond grote plannen hadden. Voor het hotel ligt namelijk een grote rotonde die nu nergens naartoe leidt. Alleen de mensen die naar het hotel gaan rijden er rondjes op. Gewoon even naar links dat gaat niet. Drie kwart op de rotonde is de juiste route. Er schijnt ook een wellness centre te zijn. De mensen die verkoeling willen staan poedelnaakt op het terras om alles even lekker te laten afkoelen. Mijn moeder kijkt vanuit haar kamer op dit terras. Ze vindt het maar niks: “Poeh voor mij hoeft dit allemaal niet”. Het was eergisteren behoorlijk koud en daarom heb ik nog geen naakte mensen gezien.

Hoe zit het nou met de georganiseerde chaos?

Ooooh!!! Overal waar ik kom ontstaat er chaos.
Net zoals in een hotelkamer heb je een pasje nodig dat bij de deur zit om alles te laten werken. Bij binnenkomst heb ik direct met dat pasje gerommeld. Hierdoor was er geen stroom meer op de kamer.

Mijn moeder wilde graag wat hoger liggen maar de bediening van het elektrische bed werkte niet. Het lukte me niet om haar omhoog te krijgen. Dan toch maar op het rode knopje duwen, met de angst dat het groot alarm af zou gaan: “Geen paniek, alle gasten moeten direct worden geëvacueerd”. Gelukkig gebeurde er niets.

De verlichting in de badkamer werkte ook niet. Een paar behulpzame verpleegster kwamen er ook niet uit. Ik zei: “Misschien moet u een elektriciën bellen omdat er kortsluiting is in de hele kamer. Dit gaat zo niet. Er moet weer stroom zijn voordat het donker wordt”. Mijn moeder vroeg “Mayke kun jij dat niet even fiksen?” Dat mocht niet van de verpleging. Toen de verpleegster weg was zei ik: “Flauw hè, begrijp je dat nou? Ik ben altijd zó handig”.

Na een wisseling van de dienst kwam er een andere verpleegkundige. Ik legde aan haar uit wat het probleem was. “Oh het kaartje zit er niet goed in”. Probleem opgelost. Nou ja, nu nog even de handyman afbellen.

Boogie Woogie, ayudame

piano_music.jpg

Het was weer eens tijd om naar de kapper te gaan. Gelukkig was mijn kapster terug van haar zwangerschapsverlof. Minder gelukkig was het tijdstip waarop ik mijn haren liet knippen. Toen ik binnenkwam zat een man op de piano boogie woogie muziek te spelen. Daar had ik totaal geen zin in. Ik begon te bidden in het spaans: “Dios, todopoderoso, ayudame en estos tiempos dificiles” zodat God mij zou helpen om deze pianist te stoppen. In mijn gedachte zag ik dat door een harde windvlaag de deksel van de toetsen dichtklapte. Met als resultaat gebroken vingers, einde pianomuziek. Ik zat nog te wachten op mijn kapster en dacht dat ik nog kon ontsnappen aan de knipbeurt. Helaas vroeg toen het harenwasmeisje of ik met haar mee wilde lopen naar de wasbak. Ze vroeg direct of ik me wel goed voelde. “Prima”, was mijn antwoord, ik dacht: “Hoe eerder ik hier weg ben, hoe beter het is”.

Vervolgens werd ik geknipt en de pianoman speelde nog steeds door. Alles leuk en aardig maar praten en live muziek dat gaat bij mij niet samen. Ik vroeg me af wat hinderlijker was, de pianist of het geklets van mijn kapster. Op de piano kon ik geen invloed uitoefen. Ik overwoog nog even om zelf de klep van de toetsen dicht te gooien. Daarentegen had ik wel enige invloed op mijn kapster. “Zolang de pianist speelt, kan ik niet met je praten” zei ik tegen haar. Grof, maar wat moet je in zo’n situatie. Ze was verbaasd dat ik de muziek niet leuk vond. Veel mensen komen juist op zaterdag omdat de muziek een bijzondere sfeer creëert. Ze had nog nooit een klant gehad die niet van de muziek hield. Beter gezegd, ze had nog nooit een klant gehad die zo eerlijk was als ik. De gastvrouw bood mij een glaasje wijn aan. Ik drink geen alcohol en bedankte de dame vriendelijk. De kapster was heel erg verbaasd.”Wil je ook geen glaasje wijn?”. Geen muziek, geen wijn ze vond dat ik een zwaar leven leidde. “Dat is nog maar het begin” dacht ik.
In ieder geval zijn mijn haren weer geknipt en dat is prettig.