Verrassend Valencia 2

Na een nacht onrustig slapen, wil ik gaan douchen. In de badkamer zitten twee waterkranen aan de muur. Moet ik die eerst opendraaien om water te krijgen? Wat erg onhandig is omdat ze buiten de douche zitten. De waterkranen krijg ik niet opengedraaid, dan maar gewoon gaan douchen. Na wat gerommel met de mengkraan kan ik onder de douche.

Het ontbijt is in de ontbijtzaal. Ik verheug me op een goed Spaans ontbijt. Maar de lift is kapot, althans er brandt geen enkel lampje. Ik besluit om de trap te nemen. Het leek me niet verstandig om in een lift te gaan waarvan je vermoedt dat hij niet werkt. Voor je het weet, zit je uren vast en ik heb honger. Bij de receptie meld ik dat de lift niet werkt. De dame achter de balie gelooft me niet. Na wat gezucht loopt ze met me mee naar de lift. Inderdaad hij doet het niet. Ze gaat naar een kast en draait aan wat knoppen. 

“Doet hij het nu?” vraagt ze aan me.

“Nee” 

“Nou dan is de lift stuk, hij wordt gemaakt”. Ik mag hopen dat ze een gecertificeerd bedrijf belt, zelf aan de knoppen van de lift draaien, vind ik een beetje eng. 

De ontbijtzaal blijkt een gang te zijn waar wat tafeltjes dicht op elkaar staan. Ik kijk nog even achter een gordijn en daar is de ontbijtzaal in aanbouw. Het ziet er niet naar uit dat daar nog recent aan is gewerkt. Tot overmaat van ramp zit er een groep Amerikaanse pubers te ontbijten, die een enorm lawaai maken. Het voelt alsof ik weer op de middelbare school zit. De koffie uit de automaat is niet te drinken en er zit een rare prut onderin. Balen, een dag beginnen zonder goede koffie belooft niet veel goeds. Het ontbijt is minimaal. Geen churros, geen vers fruit, ze hebben wel Griekse yoghurt met tomatenjam. ‘Kijk het bestaat echt, tomatenjam’, denk ik. Op het tafeltje staat een bestofte kunstplant van Ikea, daar kan ik niet goed tegen. De echte planten zijn half dood. “Bonjour tristesse”. Morgen is het ontbijt vast beter als die Amerikanen er niet meer zijn, althans dat hoop ik.

Ik ga een sigaret roken en zie dat het weer erg slecht is. Het liedje “Gloria in in Excelsis Deo” komt in mijn hoofd. Beetje irritant omdat het lied blijft hangen op “Glooooo, gloooo, Gloooo…ria”. Voor de ingang van het hotel hangt een gordijn van regen en een stoet van mensen met wapperende poncho’s aan en stuk gewaaide paraplu’s, trekt voorbij. Balen. De kathedraal is dichtbij dus dat moet nog te doen zijn. Het is erg koud en met vijf lagen kleding aan verlaat ik het hotel. 

De kathedraal is erg mooi. Ik neem een audiotour en loop wat rond. Op woensdag is het de heilige dag van Sant Vicente Martir en ze zijn druk bezig met de voorbereidingen. Netjes volg ik de nummers van de audiotour. Als de optie “Wilt u nog meer weten toets dan…” komt, maak ik daar gebruik van. Voorlopig blijf ik nog wel in de kathedraal door het slechte weer. 

In de kathedraal is een religieus winkeltje. Een oude gebochelde non zit de rozenkrans te bidden achter de balie. Ik wil graag een bidprentje van ‘San Vicente Martir’ kopen. Nergens te vinden, dan moet ik de non maar storen in haar gebed. Ze heeft geen bidprentje maar wel een kaart. Vervolgens krijg ik een ingewikkeld verhaal over de heiligen van Valencia. De ene heilige ‘San Vicente Ferrer’ is in Valencia geboren en heeft veel wonderen verricht. De beschermheilige van de stad is ‘San Vicente Martir’. In de kathedraal hebben ze een relikwie, namelijk een linker onderarm. Het is me even onduidelijk van wie de arm is. Hij is van Martir en daarom is hij de beschermheilige van de stad, van Ferrer hebben ze niks. Altijd handig om te weten. De onderarm gaat niet mee in de processie op woensdag, de non slaat een kruist en kust de rozenkrans als ik dit aan haar vraag. Waarschijnlijk een duivelsidee om met de arm op stap te gaan. 

In de kathedraal zijn twee rituelen. Één voor zwangere vrouwen en één voor vrijgezelle vrouwen. Zwangere vrouwen moeten al biddend negen keer een rondje lopen door de kathedraal en bloemen leggen bij ‘Nuestra Señora del Buen Parto’, oftewel ‘Onze-Lieve-Vrouw van de verwachting en bevalling’. Dit brengt geluk bij de bevalling. Vrijgezelle vrouwen die een man willen moeten zeven rondjes lopen en een gebed doen bij een heilige. Dit begrijp ik allemaal niet zo goed, de heilige kan ik in ieder geval niet vinden. Als ik de heilige al niet kan vinden hoe kan ik dan ooit een man vinden? Hopeloos geval ben ik. 

Er begint een kerkdienst in een afgezet gedeelte van de kathedraal. Het verbaast me hoeveel mensen er zijn op een doordeweekse maandagmiddag. De dienst vindt plaats voor “Madre de los Desamparados” oftewel ‘Moeder van de hulpelozen’. Er is hier toch nog een plekje voor mij. Ik ga zitten en volg de kerkdienst. Buiten regent het immers nog steeds. Op het moment dat de pastoor een gebed doet met de hostie wandelen er twee Nederlandse homo’s dwars door de kerkdienst heen. Ze maken foto’s, lachen en de één roept: “Ik lust geen hostie, alleen met kaas en ketchup want dan is het een tosti!” Ik moest er erg om lachen, wat een gebrek aan respect!

Na afgezet te zijn in een tapasrestaurant, kom ik om drie uur drijfnat in mijn hotel aan. Mijn schoenen zet ik onder de airco om te drogen en ik kruip onder mijn dekbed om op te warmen. 

’s avonds ga ik nog snel naar een supermarktje om wat eten te kopen. Alle restaurants zijn inmiddels gesloten door het slechte weer. Valencia is volledig uitgestorven, ik zie rolluiken en nog eens rolluiken. Als ik wil gaan douchen is er geen warm water. Door het beeld van de televisie loopt een zwarte balk. Ik ga een boek lezen daar kan niet zoveel mee misgaan.

Ik ben blij als het tijd is om te gaan slapen. Hopelijk wordt het morgen een betere dag.