About Mayke Merkx

Here are my most recent posts

Emojis in de verpleging

 

smiley nurse FEMALE

Aan de binnenkant van de kaft van het Spaanse boek “El tiempo entre suturas” geschreven door de fictieve verpleegster Saturada, staat een lijstje met emojis die gebruikt zouden kunnen worden in het ziekenhuis. Ik heb de emojis vertaald naar het Nederlands, gewoon omdat ik het leuk vind. De emojis kon ik helaas niet veel groter maken.

😷 geïsoleerde patiënt

😨 COPD

😦 longemfyseem

😳 snel werkende schildklier

😴 traag werkende schildklier

😖 diarree

😣 obstipatie

😓 β-HCG+ zwanger

😅 β-HCG- niet zwanger

😵 duizeligheid

😩 nierstenen

💔 hartaanval

💓 hartritmestoornissen

💞 hart transplantatie

🔄 draaideur patiënt

🐍 Deze collega kennen we allemaal

✂️ bezuinigingen

☁️ hoofd van de afdeling

🚽 momentje voor jezelf

🙈 foto fobie

🙉 oorontsteking

🙊 afasie

👋 Parkinson

✊ teken van Trousseau

🙋standaard neurologisch onderzoek

💆neurologisch onderzoek van het privéleven

🙏 slechte prognose 

👌 lage bloedsuiker

🎶 gedesoriënteerd

🏃 wisseling van de dienst

🛄 opname

🔀 interne verplaatsing

📉 lonen in de zorgsector

👍 ontslag

👎 exitus

🔦Goede nacht Nightingales!

Fixeren en Hitler

Gisteren was ik op bezoek bij mijn moeder in het ziekenhuis. Een verpleegkundige was bezig met haar in bed te leggen. Als je zelf niets meer kunt is dat een hele operatie. De verpleegster was erg informatief. Zo vertelde ze me dat vroeger de tillift moest worden opgepompd om de patiënt omhoog te takelen en de lucht weer eruit moest om de patiënt te laten zakken. Ik vond het een ingenieus systeem. Het probleem met de moderne lift is dat het, zoals bijna alles, een accu heeft die opgeladen moet worden. Dus ook de tillift moet regelmatig in het stopcontact.
Al eerder had ik me afgevraagd of mijn moeder in een “normaal” ziekenhuis ligt of een bed speciaal voor de geriatrie. Aan de zijkant zitten namelijk kleine ijzeren hekjes en het doet me denken aan een bed waarop iemand kan worden gefixeerd.

Toen mijn moeder in Helmond op de geriatrische afdeling lag, vroeg de arts of ze een onrustband mochten gebruiken. De rillingen liepen mij over de rug. In Spanje is het heel normaal om mensen die onrustig zijn te fixeren op bed. Op het internet heb ik foto’s en filmpjes gezien over hoe je op de juiste manier de banden vastmaakt. Ik vond het vreselijk om te zien. Nee, geen onrustband voor mijn moeder. Met dit antwoord was ze niet blij. Het was eigenlijk geen vraag maar een mededeling.

De verpleegster in het Radboud reageerde erg geschrokken toen ik aan haar vroeg of de hekjes aan het bed zaten om patiënten te fixeren. “Wij fixeren niemand, dat werkt alleen maar averechts dan worden patiënten nog onrustiger”. Ze had een hele lijst van acties om onrustige patiënten te behandelen. Waaronder medicatie, verandering van de houding in bed, op een rustige manier de patiënt vasthouden en er tegen praten… Dit alles om een patiënt weer rustig te krijgen. Ze zei dat angst bijna altijd voortkomt uit een gevoel van machteloosheid of boosheid. Zodra je iemand fixeert wordt het alleen maar erger.

Ze bracht de tillift weg en ik stond nog na te denken over wat ze had gezegd. “Weet u dat er door angst oorlogen zijn begonnen?” vroeg ze aan mij. Ik zag niet direct een verband. Ze legde me uit dat Hitler een goede kunstschilder was maar niemand kon zijn werk waarderen of erkende zijn talent. Hierdoor raakte hij gefrustreerd en boos. Hij voelde zich machteloos en verbitterd en probeerde op een andere manier wel waardering te krijgen. Zo begon de Tweede Wereldoorlog.  Misschien hadden we Hitler moeten fixeren. Net zolang totdat hij zelf ook begreep dat hij nooit een groot kunstenaar zou worden. Om zo zijn megalomanie te beknotten.

Nu we het toch over Hitler hebben stelde ik aan haar de vraag of de titel van zijn boek “Mijn kamp” is. Dat is namelijke een foutieve vertaling van “Mein kampf” wat mijn strijd betekent. Ze pakte haar smartphone, ik dacht dat ze ging googelen “Nee mevrouw ik zet de sondevoeding op een half uur”. Toen ze wegging zei ze tegen mijn moeder “Mevrouw Merkx wat heeft u een ontzettend leuke dochter”. Ik keek haar enigszins wantrouwend aan, “Nu moet ik op gaan letten” dacht ik. Een verpleegster die via de Zweedse band eindigt bij Hitler is niet gangbaar.

Déjà vu

In de zomer van 2010 werd mijn vader opgenomen in een verpleegtehuis. De PVP krant uit herfst 2010 ging over ouderen in de psychiatrie. Ik schreef een korte tekst om het perspectief van de familie te verwoorden. Ik vrees dat de verzorging in de afgelopen zes jaar niet veel beter is geworden. Nu is mijn moeder erg ziek en het hoogst haalbare is een verpleegtehuis. Wat wens je iemand toe, dat is de vraag.

Onlangs is mijn vader opgenomen in een verpleegtehuis. De verzorging thuis werd ondanks de thuiszorg te zwaar voor mijn moeder. Vooraf was ik al gewaarschuwd door een kennis van wie de vader ook opgenomen is: “de verzorging in een verpleegtehuis is minimaal, stel het zolang mogelijk uit.” Minimaal, maar wat houdt dat in? Eén keer per week onder de douche en de andere dagen wordt hij afgestoft met een doekje. Met een rollator lopen, liever niet want de verplegers hebben geen tijd om op te letten of hij valt. Hij kreeg direct een rolstoel om zich al trippelend voor te bewegen. Dat de rolstoel een lekke band had leek niemand te interesseren. Medicijnen en boterhammen die al uren op het nachtkastje staan, vieze kleren en ongepoetste tanden.

Dat mijn vader niet meer thuis kan wonen vind ik erg triest maar ik troostte me met de gedachte dat hij goed zou worden verzorgd. Geen luxe maar wel verzorgd. Ik heb geklaagd bij het verpleegtehuis maar hun antwoord was: “als je het anders wilt dan mag je het zelf komen doen”. Uit angst dat mijn vader de dupe wordt van mijn geklaag zwijg ik en hoop dat de verzorging beter wordt.

PVP Krant 2 Nieuwsbrief van de Stichting PVP, 20e jaargang nummer 2, herfst 2010, p. 6

 

Geluk zit in een klein hoekje

 

Gisteren heb ik wraak genomen op het mindfulness-project in de wachtkamer. Ik word er zó opstandig van. Je kunt een papiertje pakken uit een mandje met leuke berichten en er een ander leuk bericht terug in doen. Mijn eerste reactie was: “Ik gooi alle papiertjes de lucht in, dan licht de vloer vol met gekleurde papiertjes. Leuk!” Iedere week moet ik me inhouden om dat niet te doen.

Gisteren zat ik alleen in de wachtkamer en ik besloot om de papiertjes open te vouwen. Ze moeten op zijn minst een keer gecontroleerd worden. Met een gekkenradar ben ik door het mandje gegaan. Inderdaad, wat een kansloos project. “Één dag niet gelachen is één dag niet geleefd”. Op een ander briefje stond: “Neem je medicatie in”, “Glimlach naar een vreemde” of “Geluk zit in iedereen je moet het alleen weten te vinden” “Ik heb een boek geschreven te koop in de winkel”, “Hoe heet een vlieg die dood is? Vloog” “Houd moed”. Na er een aantal gelezen te hebben, kwam ik er achter dat er dubbelen in het mandje zaten. De enige verklaring daarvoor is dat iemand maar één bericht kan bedenken, er iedere keer één uithaalt om vervolgens hetzelfde bericht er in te stoppen. Kansloos!

Ik dacht dit project ga ik saboteren en heb er klote teksten in gedaan “Ieder mens heeft recht op zijn wanhoop” “Als gisteren nou eens morgen blijkt te zijn” “Leef je eigen leven in het verleden”. “Een dag zonder zonneschijn leidt tot zielenpijn”, “Ga direct naar het gesticht en ga niet langs start”. “Geluk zit in een klein hoekje”. Ik weet niet of iemand anders de berichtjes controleert. Beetje flauw misschien, maar na twee maanden tegen het bakje aangekeken te hebben was ik het zat.

Elkerliek, ziekenhuis in het zuiden

slagboom

Helmond en ik het wil niet echt vlotten. Ik werd door een echtpaar tegengehouden toen ik de gesloten afdeling waar mijn moeder verblijft wilde verlaten. “U mag niet van de afdeling af” Dacht even dat ik echt gek werd. “Zit ik nou op een gesloten afdeling zonder het zelf te weten?” Op mijn vraag waarom ik niet weg kon kreeg ik het antwoord “U draagt geen jas”. Ik dacht deze mensen moeten zelf terug naar de afdeling. Mijn antwoord: “Waar bemoeit u zich mee” viel verkeerd. Echt bla bla bla. “Als u het niet erg vindt ga ik naar het toilet”.

Tweede incident. Ik fietste naar het ziekenhuis en reed op de weg in plaats van het fietspad. Ik had het fietspad niet gezien. Na een stukje fietsen sta ik voor een slagboom. Ik dacht “Wat een gezeik zo kan ik er niet door”. Achter mij stond auto te toeteren. Mensen op de stoep riepen naar mij “Mevrouw dat is niet goed”. “Niet goed wat is dit voor gedoe!” Met wat trekken en duwen, kon ik langs de slagboom. Ik wilde wel op het fietspad rijden maar dat hield abrupt op.
Ik weet het niet hoor, wat een toestanden om helemaal niks. Mijn oom vertelde me dat ik mijn fiets moest parkeren in een fietsgarage (in Helmond????) en met een golfkarretje naar de ingang van het ziekenhuis zou worden gebracht.
Ik kreeg het gevoel dat ze klantvriendelijk over willen komen nadat ze de bezoekers van ziekenhuis eerst gek hebben gemaakt. “Oh wat fijn, ik mag met een karretje dan hoef ik mijn fiets niet bij de ingang neer te zetten”

Vandaag was de buurvrouw op de kamer van mijn moeder, ook niet al te helder. Bij binnenkomst begon ze een verhaal te vertellen waar ik niets van begreep. Voor de verwarring van een ander kan ik even niet veel sympathie opbrengen. Alles is al verwarrend genoeg. Het was wel erg grappig dat ze “We gaan nog niet naar huis” begon te zingen toen haar kinderen naar huis wilde gaan. Het einde van het dit liedje had ze wel aangepast aan haar situatie “We gaan nog niet naar huis want ons moeder ligt in het ziekenhuis”. Dat lijkt op een heldere geest.

Leuke knopjes waren er genoeg, maar zonder toestemming heb ik nergens op gedrukt.