Wantoestanden in De Bilt

Op de Ambachtstraat in de Bilt is er al jarenlang sprake van wantoestanden door een chemisch bedrijf dat daar is gevestigd. 

Afgelopen zondag was ik aan het wandelen met mijn kerstboom. Voordat ik hem naar het grofvuil bracht, wilde ik met hem toch nog even een sightseeing doen. Hop-on Hop-of in de Ambachtstraat.

Bij de wandeling raakte ik gechoqueerd door een levenloze beer bij de buren. Ik zag eerst twee blauwe poten onder een palet uitsteken. Na even sparren met mijn boom besloot ik om op onderzoek uit te gaan. De beer was niet meer te redden. Ik twijfelde of de beer zichzelf van het leven had beroofd omdat zijn roze sjaaltje vast zat aan de palet. Ik belde Road TV om een reportage te komen maken van deze verdrietige situatie. Road TV was echter niet bereikbaar. Waarschijnlijk te druk bezig met het filmen van andere alarmerende situaties in Bilthoven.

Aan de arm van de beer zat een mondkapje. Toen werd het voor mij duidelijk wat hier was voorgevallen. De vrolijke foto van mijn boom met de stikstoftank werd een horrorfoto. Het kan haast niet anders dan dat deze beer het slachtoffer is geworden van een stikstofwolk.

Regelmatig is er in de Ambachtstraat sprake van stikstofwolken. Het vat met stikstof zit dan te vol en om de druk om laag te brengen komt er stikstof uit het vat. In de straat kun je niets meer zien door de stikstof. De eigenaar van deze tank zegt dat het heel gewoon is. Door alle alarmerende tekens op het vat heb ik hier zo mijn twijfels over.

Nu er één slachtoffer is gevallen zullen er vast meer volgen. De beer is ten ruste gelegd op de Ambachtstraat in de hoop dat de eigenaar hem vindt en mee naar huis neemt.

De boom en ik waren aangedaan en het was een domper op onze afscheidsmiddag.

Kindje Jezus in de Napolitaanse kerststal

Vandaag heb ik even als suppoost ‘gewerkt’ bij de Napolitaanse kerststal in de Catharinakathedraal. Samen met Loes uit de Lutherse Kerk

Het geloof is nog springlevend. Twee kleine kinderen staan te drammen in de rij dat ze kindje Jezus willen zien. Op alles wat er te zien is zeggen ze: ‘Nee ik wil kindje jezus zien’. Tientallen engelen die boven de kerststal hangen, het doet ze niks.

Als ze hem eenmaal zien zijn ze gechoqueerd. Het kindje Jezus is helemaal naakt. Heel erg koud, wat zielig. Trots komen ze vertellen dat ze geld hebben betaald voor een kaarsje te branden. Geld voor het kindje Jezus.

‘Kopen we een rompertje voor onze kleine Jezus.’ Een leuk Napolitaans rompertje.

Ontsporing

In de reeks ‘gemene vrouwen’ een nieuw verhaal. Dat ik word belaagd door een vouw die haar kabouters wil beschermen, kan ik nog enigszins begrijpen. (Vrouwen met kabouters zijn gemeen) Maar een handgemeen op een doorsnee zaterdagmiddag op Amsterdam CS, gaat mijn autistische brein ver te boven.

Op zaterdagochtend heb ik een cursus straatfotografie in Amsterdam. Na de cursus wandel ik altijd even door de stad, maak nog wat foto’s. Prima. De laatste keer was het alles behalve prima. Door een uitgevallen trein richting het zuiden stonden er te veel mensen op het perron. Er was al ruzie geweest tussen een paar mannen. Gelukkig werd voorkomen dat ze met elkaar op de vuist gingen. Op het perron stonden overigens twee handhavers van de NS om alles in goede banen te leiden. Ik overwoog even om op de rails te gaan staan om op de trein te wachten, dan had ik wat meer ruimte om me heen. Als de trein komt klim ik wel weer op het perron, dacht ik. Maar dan zou ik natuurlijk problemen met de handhavers krijgen. Nou ja, die handhaven alleen in situaties waarvan het niet nodig is om ze te handhaven. Zoals mijn fiets ontvoeren omdat die gevaarlijk geparkeerd zou staan. Dat is weer een ander verhaal.

Ik werd helemaal benauwd en gestrest van al die mensen om me heen. Toen de trein het station binnenreed stond het bomvol met mensen op het perron. Ik vroeg me af hoe de mensen uit de trein moesten komen en hoe ik er in kon komen. Ik liep richting de deur van de wagon. Op dat moment werd ik vastgepakt aan mijn arm door een vrouw die tegen me begon te schreeuwen. Ze vond dat ik voordrong en dat het levensgevaarlijk was om zo dicht bij de trein te lopen. Ik heb veel ervaring met treinreizen en eventuele levensgevaarlijke situaties, wat mij betreft was er niks aan de hand. Aanvankelijk was ik even helemaal stupefait en stond alles in mijn hoofd stil. Wat gebeurt er hier? Iemand schreeuwt tegen me en staat aan mijn arm te trekken???

Mijn eerste prioriteit was dat ze me los zou laten. Ik dacht, ik kan niet duidelijk genoeg zijn. ‘Mevrouw zou u mij alstublieft los willen laten want ik vind dit onprettig en ongepast’ leek me weinig effectief. Kort en krachtig zei ik tegen haar: “Laat me los, blijf van me af”. Toen raakte ze helemaal over de kook. “In de toestand waarin u nu verkeert laat ik u helemaal niet meer los” zei ze. De enige logische reactie was, ‘Mevrouw, er is helemaal geen toestand, u maakt er een toestand van door me vast te pakken en niet meer los te laten. Verder is er niets aan de hand. Laat me los’. 

Gelukkig liet ze me uiteindelijk los en kon ik in de trein stappen. Ik dacht wat gebeurt er hier in dit land, is iedereen helemaal gek geworden. “In uw toestand”, hoezo? Eerst waren mensen alleen verbaal agressief en nu gaan ze ook nog aan me zitten. Als iemand in het spectrum heb ik daar helemaal een hekel aan. Ik wil niet dat mensen aan me komen, gewoon je handen thuishouden. Hopelijk is het een incident.

De samenleving ontspoort, meer heb ik er niet over te zeggen.

Vrouwen met kabouters zijn gemeen

Er bestaan nog steeds mensen die kabouters in hun tuin zetten, zelfs in Wittevrouwen. Ik vind dat altijd wel iets moois hebben, knullig maar ook leuk. Zo’n rode puntmuts tussen de planten of een gezellige dikkerd bij de voordeur.

De verliefde kabouter

Je zou denken dat mensen met kabouters in hun tuin, hier trots op zijn. Met mooi weer gaan ze zitten genieten, kijkend naar het kabouterland waarin hun tuin is veranderd. Met zorg zijn de kabouters in de winkel uitgezocht en dan krijgt natuurlijk elke kabouter zijn logische en meest waardevolle plek in de tuin. Ik ga er tenminste niet vanuit dat je je winkelwagen bij de Action en Praxis volgooit met kabouters en ze dan vervolgens in je tuin neersmijt. Passie verwacht ik bij deze vrolijke vrienden.

Tuinkabouterland

Vandaag was ik foto’s aan het maken in het hofje op de Kerkstraat. Rare plek, te erg eigenlijk. Bij de ingang hing er een bordje “Verboden toegang, eigen terrein”. Ik had daar dus niks te zoeken. Maar ja, als je foto’s wilt maken zul je toch af en toe je eigen weg moeten kiezen. Zolang ik het met respect voor de bewoners doe, zie ik niet zo snel een probleem. Ik fotografeerde vooral eigenzinnige vogelhuisjes en het oude gebouw. Het probleem was dat iedereen bij het raam zat en mij dus voorbij zag lopen. Ik knikte vriendelijk maar voelde me wel ongemakkelijk. Nadat ik een stervend iemand voor de raam zag liggen, schrok ik me rot. Ik dacht ‘dit is foute boel’.

De tuin tuinkabouter

Mijn fotorondje wilde ik toch afmaken. Nu was het al foute boel en een andere keer terug gaan, dat zat er echt niet meer in. Het was nu of nooit. Een bijzonder mooie plek om foto’s van te maken. Zo kwam ik bij het huis met een kabouter voor de deur. Gezellig. Tot mijn grote verrassing stonden er wel twintig kabouters in de tuin. Wat een feest om te fotograferen. Één kabouter was omgevallen, ik overwoog nog om hem weer rechtop te zetten. Dan moest ik wel de tuin in en dat voelde niet goed.

De dronken kabouter

Op hetzelfde komt er een oudere vrouw naar buiten. ‘Wat ben je aan het doen?!’ ‘Foto’s aan het maken van de kabouters. Zijn ze van U’ Ik probeerde er nog een gezellig praatje bij te maken. ‘Niet in mijn tuin’, begint ze te schreeuwen. ‘Oh sorry, ik fotografeerde alleen de kabouters, die vind ik leuk’ ‘Nee, nee, nee!, niet in mijn tuin!!!’ ‘Oké, sorry, ik ben al weg.” Als autist heb je soms wat vertraging op de lijn. Je voegt dan niet direct de daad bij het woord, zal ik maar zeggen. ‘Weg, uit mijn tuin’. Waaah, help de bazin van deze kabouters is een heks. Een echte heks, dadelijk komt ze met haar bezemsteel achter me aan. Al struikelend belandde ik op de openbare weg. Dat krijg je ervan als je de wet overtreedt, heksen achter je aan. Een creatieve honger kan onverwachte gevaarlijke situaties opleveren. Je moet veel overhebben voor een mooie foto.

Oh wat mooi…

Voor mijn cursus “Storytelling photography” ben ik gisteren met mijn camera op pad gegaan. De opdracht voor deze week is ‘straatfotografie’ en het was mooi zonnig weer. Ik ben begonnen aan de rand van het centrum.

Trencadis

Op het Nijntje pleintje zag ik verschrikkelijk lelijke voorwerpen op de vensterbank staan. Ik dacht ‘Nee, de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Gemozaïekte vlinders en een dolfijn. Uitgestald, zodat iedereen ze kan bewonderen. Met een beetje mazzel kun je bij deze mevrouw ook nog een workshop volgen, “trencadis” zullen we het dan maar noemen.’

Ik was zo dom om met mijn camera voor het raam te gaan staan omdat ik verbijsterd was door de lelijkheid. De kunstenares zat binnen op de bank een tijdschrift te lezen en zag mij staan. Zij was natuurlijk blij verrast, dat iemand haar mooie vlinders en dolfijn stond te bewonderen. Tja… Ze maakte met haar handen het gebaar dat ik zeker een foto mocht maken. Ze klopte met haar handen op de borst, ook zij mocht zeker in beeld. Ach wat leuk… Voor haar is het vast een hoogtepunt van de dag geweest, ze zat helemaal te stralen. Ik dacht alleen maar lelijke dingen leveren soms toch een mooie foto op.

Trencadis

Postbode

Vervolgens kwam er een super hippe postbode het pleintje oplopen. Kijk, die wilde ik wel graag op de foto hebben. Ik heb het netjes gevraagd maar hij had geen tijd om stil te gaan staan. Hij wees mij aan waar hij naar toe zou lopen en dan kon ik een foto maken. Zo’n goede fotograaf ben ik nog niet, om dan een scherpe foto te maken.

Postbode in stijl

In strijd met mijn privacy

Even verderop stonden buiten twee studenten een biertje te drinken. De ene jongen vertelde dat hij nu drie chickies had. Hij had problemen om een keuze te maken. Toen ik hem hoorde vertellen over zijn dilemma, dacht ik: ‘Die wil wel op de foto’. Beide reageerden ze enthousiast en ze stonden er mooi op.

De Don Juan van het duo had onder zijn colbert een trui aan met een beer erop. Dat vond ik een mooi contrast. Met een knuffelbeer op je buik sta je te vertellen over welke chick van de drie, je vanavond gaat nemen. Ik vroeg aan hem of ik een foto mocht maken, van hem en zijn toch wel aandoenlijke beer. Daar was hij niet van gediend, het was wel mooi geweest. Dit vond hij toch echt een inbreuk op zijn privacy. Ik probeerde hem te overtuigen door te zeggen dat het zo’n sterk beeld was; hij met zijn beer en een blikje bier. ‘Nee, nee, nee’. Als autist laat je het idee dan niet meer los. ‘Oké, een foto met de beer en het bier en dan gaat je hoofd eraf’, stelde ik voor. Dat vond hij een prima plan. Hij dacht waarschijnlijk hoe kom ik anders van dit gestoorde mens af. Ik moest hem wel even arrangeren, maar het is een mooie foto geworden.

Bear by beer