Fixeren en Hitler

Gisteren was ik op bezoek bij mijn moeder in het ziekenhuis. Een verpleegkundige was bezig met haar in bed te leggen. Als je zelf niets meer kunt is dat een hele operatie. De verpleegster was erg informatief. Zo vertelde ze me dat vroeger de tillift moest worden opgepompd om de patiënt omhoog te takelen en de lucht weer eruit moest om de patiënt te laten zakken. Ik vond het een ingenieus systeem. Het probleem met de moderne lift is dat het, zoals bijna alles, een accu heeft die opgeladen moet worden. Dus ook de tillift moet regelmatig in het stopcontact.
Al eerder had ik me afgevraagd of mijn moeder in een “normaal” ziekenhuis ligt of een bed speciaal voor de geriatrie. Aan de zijkant zitten namelijk kleine ijzeren hekjes en het doet me denken aan een bed waarop iemand kan worden gefixeerd.

Toen mijn moeder in Helmond op de geriatrische afdeling lag, vroeg de arts of ze een onrustband mochten gebruiken. De rillingen liepen mij over de rug. In Spanje is het heel normaal om mensen die onrustig zijn te fixeren op bed. Op het internet heb ik foto’s en filmpjes gezien over hoe je op de juiste manier de banden vastmaakt. Ik vond het vreselijk om te zien. Nee, geen onrustband voor mijn moeder. Met dit antwoord was ze niet blij. Het was eigenlijk geen vraag maar een mededeling.

De verpleegster in het Radboud reageerde erg geschrokken toen ik aan haar vroeg of de hekjes aan het bed zaten om patiënten te fixeren. “Wij fixeren niemand, dat werkt alleen maar averechts dan worden patiënten nog onrustiger”. Ze had een hele lijst van acties om onrustige patiënten te behandelen. Waaronder medicatie, verandering van de houding in bed, op een rustige manier de patiënt vasthouden en er tegen praten… Dit alles om een patiënt weer rustig te krijgen. Ze zei dat angst bijna altijd voortkomt uit een gevoel van machteloosheid of boosheid. Zodra je iemand fixeert wordt het alleen maar erger.

Ze bracht de tillift weg en ik stond nog na te denken over wat ze had gezegd. “Weet u dat er door angst oorlogen zijn begonnen?” vroeg ze aan mij. Ik zag niet direct een verband. Ze legde me uit dat Hitler een goede kunstschilder was maar niemand kon zijn werk waarderen of erkende zijn talent. Hierdoor raakte hij gefrustreerd en boos. Hij voelde zich machteloos en verbitterd en probeerde op een andere manier wel waardering te krijgen. Zo begon de Tweede Wereldoorlog.  Misschien hadden we Hitler moeten fixeren. Net zolang totdat hij zelf ook begreep dat hij nooit een groot kunstenaar zou worden. Om zo zijn megalomanie te beknotten.

Nu we het toch over Hitler hebben stelde ik aan haar de vraag of de titel van zijn boek “Mijn kamp” is. Dat is namelijke een foutieve vertaling van “Mein kampf” wat mijn strijd betekent. Ze pakte haar smartphone, ik dacht dat ze ging googelen “Nee mevrouw ik zet de sondevoeding op een half uur”. Toen ze wegging zei ze tegen mijn moeder “Mevrouw Merkx wat heeft u een ontzettend leuke dochter”. Ik keek haar enigszins wantrouwend aan, “Nu moet ik op gaan letten” dacht ik. Een verpleegster die via de Zweedse band eindigt bij Hitler is niet gangbaar.