Wie schilderde Goya in Las Majas?

Francisco de Goya y Lucientes is een van de beste Spaanse schilders, geboren op 30 maart 1746 in Fuendetodos en overleden op 15 april 1828 in Bordeaux. Hij is een schilder uit de Romantiek, een stroming in de schilderkunst in de 19e eeuw.

Goya was hofschilder maar hij was ook bevriend met veel Spanjaarden die de ideeën van de Verlichting aanhingen en hiermee deelde hij de afkeer van onrechtvaardigheid, fanatisme, religie en bijgeloof.

Hij was een voortreffelijke portrettist en schilderde ook idyllische taferelen in heldere kleuren. In zijn ingewikkelde werk verbindt hij het vriendelijke, klassieke, monsterlijke, denkbeeldige en zijn innerlijke wereld.

In oktober 1824 verlaat Goya het onderdrukkende hof van Fernando VII en vlucht naar Bordeaux in Frankrijk. In deze stad overlijdt hij in 1828 op 82 jarige leeftijd.

LAS MAJAS

De schilderijen “Las Majas”: La Maja Desnuda, (De Naakte Maja, 1800), en La Maja Vestida, (De Geklede Maja, 1802), behoren tot de topstukken van Goya’s werk en zijn de meest onderzochte en beschreven werken.

Rond 1800 gaf Manuel de Godoy, de belangrijkste adviseur van koning Carlos IV, aan Goya de opdracht om een liggende naakte vrouw te schilderen. Godoy woonde in een modern paleis in Madrid waar hij een kunstcollectie had van meer dan duizend werken waaronder 26 van Goya. Hij was ook in het bezit van de Venus van Velazquez. Een deel van zijn collectie hing in een verborgen kamer die slechts toegankelijk was voor speciale gasten. De Geklede Maja hield de Naakte Maja verborgen en met een katrol kon hij deze aan mensen laten zien.

In de Spaanse schilderkunst zijn er weinig naakte vrouwen. Ze werden als obsceen beschouwd door zowel de streng katholieke koningen als door de kerk zelf. Hierdoor werden ze door de Inquisitie in beslag genomen of vernietigd. Alleen een man met zoveel macht kon openlijk ingaan tegen de eisen van de kerk en de inquisitie.

In 1815 werd Godoy ontslagen door de nieuwe koning Fernando VII en zijn grote kunstcollectie werd in beslaggenomen. De inquisitie stelde een onderzoek in naar “Las Majas” en beval Goya om voor het tribunaal te verschijnen om toe te lichten of dit zijn werk was, met welk doel hij ze had geschilderd en in wiens opdracht. Het is onduidelijk of Goya ook echt voor het tribunaal is verschenen.

De schilderijen bleven in het depot van de “Real Academia de Bellas Artes” in Madrid gedurende de hele negentiende eeuw en werden voor het eerst tentoongesteld in 1901 in het Prado. Daar hangen ze nu nog steeds naast elkaar.

BESCHRIJVING

Het onderwerp is niet een Venus maar een naakte vrouw van de straten van Madrid.

Diego_Velaquez,_Venus_at_Her_Mirror_(The_Rokeby_Venus)
Venus voor de spiegel, Velazquez  omstreeks 1647-51

Velazquez schilderde het meest bekende naakt in de Spaanse kunst voor Goya, niet als een echte vrouw maar als de godin Venus. Hij voegde er een cupido aan toe met een spiegel. De vrouw wordt van achter geschilderd waardoor de borsten en schaamstreek verborgen blijven. Goya daarentegen schilderde de naakte vrouw met haar gezicht en haar uitgestrekt lichaam naar de toeschouwer toe en creëerde hiermee een nieuw type vrouwelijk naakt.

La Maja Desnuda
La Maja Desnuda Goya 1800

De naakte vrouw ligt op een groene fluwelen bank met haar handen achter haar hoofd en niet over haar geslachtsdelen. De manier waarop het geschilderd is, de compositie en de penseelstreken zijn uitzonderlijk. Het wit van de geplooide stof en kussens zijn op een impressionistische manier weergegeven.

De pose van de Maja is niet zo subtiel als van de vroege Venussen. Ze slaapt niet, ze doet niet alsof iets anders haar bezighoudt, ook kijkt ze niet weg en ze weet dat er naar haar gekeken wordt. Ze laat zich aan de toeschouwer zien zonder enige vorm van schaamte. Het is waarschijnlijk voor de eerste keer in de schilderkunst dat schaamhaar wordt geschilderd. Dit is een echte vrouw van vlees en bloed die pronkt met haar seksuele aantrekkingskracht met als doel om de toeschouwer te verleiden.

La Maja Vestida.jpg
La Maja Vestida Goya 1802

De Geklede Maja werd enkele jaren na De Naakte Maja geschilderd en is ondanks de kleuren, roze ceintuur en groen, gele jasje veel minder levendig en verleidelijk. Het geeft een geromantiseerd beeld van de Spaanse zigeuner cultuur.

WIE IS LA MAJA?

Het is nog altijd de vraag wie La Maja van Goya is. Cayetana, hertogin van Alba, de minnares van Goya of Pepita Tudó, de minnares van Godoy, of slechts een onbekend Madrileens meisje.

Cayetana, hertogin van Alba

In 1775 ging Goya samen met zijn vrouw Josefa Bayue in Madrid wonen. Daar leerde hij Cayetana, de hertogin van Alba, kennen. Zij is dikwijls door hem geportretteerd. Het is nog steeds onduidelijk of Goya een relatie had met de hertogin, maar zij heeft in ieder geval een grote invloed op zijn werk gehad.

Hun bijzondere relatie blijkt onder andere uit het onderstaande schilderij

374px-Goya_alba2
Duquesa de Alba de Negro Goya 1795

Bij de restauratie van het schilderij in 1959 werd het woord “solo” (alleen) ontdekt. Het was verborgen onderaan op de grond in het schilderij naast Goya; “Alleen Goya”

solo goya
Solo Goya

De legende over de hertogin van Alba bleef kunsthistorici fascineren tot ongenoegen van de familie van de hertogin. In 1945 gaf de graaf van Alba de opdracht om de overblijfselen van Cayetana op te graven met als enige doel om aan te tonen dat de structuur van haar botten niet overeenkwamen met de lichaamsbouw van “La Maja Desnuda”.

Daarnaast werd in het Prado met radiografisch onderzoek vastgesteld dat het gezicht van “La Maja Desnuda” origineel is. Het afgebeelde gezicht, mogelijk van de hertogin, is dus niet overgeschilderd zoals sommige mensen beweerden. Waardoor het lichaam bij het gezicht hoort.

Pepita Tudó

pepita_maja
La Maja Vestida                                           Pepita Tudó

Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat het gaat om Pepita Tudó, de minnares van Godoy. De overeenkomst met het gezicht van Las Majas van Goya is verrassend.

In 1870 suggereerde Pedro Madrazo, zoon van de directeur van het Padro, dat het om Pepita Tudó kon gaan. Toentertijd werd het schilderij in het depot in van “La Academia de San Fernando” in Madrid bewaard. De tekst van Madrazo bleef volledig onopgemerkt door de kunsthistorici over Goya.

Het gezicht van een door een onbekende schilder geschilderd meisje, waarschijnlijk Pepita Tudó, lijkt verrassend veel op La Maja van Goya. Het schilderij maakt nu deel uit van de collectie van Museo Lázaro Galdiano in Madrid.

Dat Godoy een hechte band met Pepita had, blijkt alleen al uit het feit dat hij na zijn ontslag in 1815 door de nieuwe koning Fernando VII, samen met haar en zijn vrouw naar Italië vlucht.

In het programma “Punto sobre la historia” op Telemadrid wordt alles nog een keer duidelijk uitgelegd.

Punto sobre la historia Pepita Tudó, la desnuda maja de Goya

Lijst schilderijen

Venus met de spiegel, Diego Velazquez rond 1651 Londen National Gallery.

La Maja Desnuda, Francisco de Goya de Luciente 1800 Madrid El Prado

La Maja Vestida, Francisco de Goya de Luciente 1802 Madrid El Prado

Duquesa de Alba de negro, Francisco de Goya de Luciente 1797 New YorkThe Hispanic Society of America

Josefa de Tudó Cathalán Alemani, condesa de Castillofiel toegeschreven aan Ducker, Guillermo 1805 Madrid Museo Lázaro Galdiano

Goya en hekserij

In het museum Catharijneconvent in Utrecht is de tentoonstelling “De heksen van Bruegel” te zien. In samenwerking met het museum geeft Maria Tausiet op 5 november bij Instituto Cervantes de lezing: “Niet te geloven!” Hekserij en ironie van Bruegel tot Goya.

Goya fragment vliegende heksen
Fragment vliegende heksen, Goya

Biografie Francisco de Goya y Lucientes (1746-1828)

Geboren in Fuendetodos in 1746 en overleden in Bordeaux in 1828. Hij schilderde maar maakte ook veel etsen en tekeningen. In zijn jonge jaren maakte hij “kartons” in kleurrijke rococostijl voor de koninklijke wandtapijtenfabriek Santa Barbara in Madrid.

De kunst van Goya is het begin van de moderne kunst. In 1770 reisde hij naar Italië waar hij in contact kwam met het neoclassicisme. Deze stijl neemt hij over. Bij zijn terugkomst in Spanje schilderde hij idyllische taferelen in heldere kleuren. In 1786 werd hij tot hofschilder benoemt. Goya is een van de beste Spaanse schilders. Hij is een voortreffelijke portrettist. In zijn ingewikkelde werk verbindt hij het vriendelijke, klassieke, monsterlijke, denkbeeldige en zijn innerlijke wereld.

In 1793 werd hij ernstig ziek waardoor hij doof werd. Dit leidde tot een nieuwe creatieve en originele stijl met minder pittoreske thema’s. Zoals etsen die hij maakte over de Onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk in “Los desastres de la guerra” (Verschrikkingen van de oorlog). Duistere krachten, irrationeel gedrag en de menselijke wreedheid, domineren Goya’s etsen uit dit album

De doofheid veranderde zijn karakter en hij schilderde zijn binnenwereld; somber en erg donker. Het hoogtepunt van zijn werk zijn de schilderingen op de muren van zijn huis, Quinta del Sordo, “Las Pinturas Negras”. Daar begint de moderne schilderkunst.

In oktober 1824 verlaat Goya het onderdrukkende hof van Fernando VII en vlucht naar Bordeaux in Frankrijk. In deze stad overlijdt hij in 1828. Toen Goya op 82 jarige leeftijd overleed, had hij driehonderd etsen en 900 tekeningen gemaakt.

Heksen

Vanaf de Middeleeuwen is in de Europese cultuur het geloof in hekserij diep geworteld. Door de publicatie van boeken, zoals het vijftiende-eeuwse “Malleus Maleficarum” ook wel “Heksenhamer” genoemd, werd het geloof in het bovennatuurlijke en hekserij gevoed. Het boek werd gebruikt als een gids om een heks te herkennen. Het beïnvloedde de overtuiging dat heksen erg gevaarlijk waren. In de 16e en 17e eeuw werden heksen vervolgd door de kerk en Inquisitie. Dit duurde tot de Verlichting, een tijd waarin de heks een figuur van satire werd. Goya vond dat hekserij is gebaseerd op redeloosheid en dat de angst wordt aangewakkerd door de kerk en Inquisitie, om zo de macht te behouden.

Goya: van oude meester naar moderne kunstenaar

Goya is vaak beschreven als de laatste kunstenaar van de oude meesters en de eerste moderne kunstenaar. De moderne kunst in Spanje begint met Goya. De echte en spirituele wereld werden al gecombineerd in de religieuze kunst. Goya was één van de eerste schilders die een verband legde tussen de symbolieke wereld en de wereld van de Verlichting. Een politieke en filosofische beweging die door gebruik van de rede, bijgeloof en machtsmisbruik van de kerk tegen wil gaan. Goya wilde met zijn werk een diepgaande dialoog over de heersende ideeën op gang brengen. Op het moment dat Goya niet meer aan het hof werkte, had hij de volledige vrijheid. De kunstenaar is meer aanwezig in zijn werk.

Reeks van schilderijen met heksen

De schilderijen met heksen zijn tegelijkertijd geschilderd. Oorspronkelijk bestond het uit een groep van zes schilderijen met dezelfde kleine afmeting. Ze zijn gemaakt in opdracht van de Hertogen van Osuna, la Alameda de Osuna, voor hun buitenverblijf in de buurt van Madrid.

Drie schilderijen uit deze serie worden nader toegelicht: De vliegende heksen, Heksensabbat en Samenzwering.

Vuelo de brujas, De vliegende heksen 1798
Museo del Prado Madrid

Vliegende heksen 1798

Drie personen in de lucht houden een man vast en ze eten hem op. Het zijn niet zoals gebruikelijk vrouwelijke heksen, maar mannelijke. Ze dragen rokken en een “coroza”, deze hoeden werden gedragen door de Inquisitie. Er zijn kronkelende slangen op de hoeden geschilderd, die het kwaad vertegenwoordigen. Hun ontblote bovenlijf wekt de suggestie van flagellant (geselaar). Het slachtoffer spreidt zijn armen uit, heeft grote angstige ogen en schreeuwt.

Onderaan het schilderij zien we twee boeren die in de duisternis de top van een berg hebben bereikt. De ezel, die eerder gestopt is op het pad, vertegenwoordigt de onwetendheid. De mannen zijn onschuldige voorbijgangers die niet willen weten wat er gebeurt. De ene man ligt op de grond en hij bedekt zijn oren, omdat hij het geschreeuw van de man in handen van de heksen niet wil horen. De andere man bedekt zijn hoofd met een laken tegen het licht en wil niet zien wat er gebeurt. Met zijn handen maakt hij het figa-teken (de duim tussen de wijsvinger en middelvinger) om het gevaar af te wenden.

Het satirische aspect in dit schilderij uit zich door het weergeven van bijgeloof en hekserij met personages die verkleed zijn als de Inquisitie. Het meest treffende in dit schilderij zijn de heksen. Het zijn heel tastbare, echte, geïdealiseerde, gespierde mannen. Hun armen en benen zorgen voor een uitbarsting van licht in de dichte duisternis.

El Aquelarre, Heksensabbat, 1798
Museo Lázaro Galdiano in Madrid

Heksensabbat

Dit schilderij heeft als onderwerp het ritueel van de heksensabbat. De duivel verschijnt als een grote bok; een wellustig figuur in de christelijke cultuur. Hij zit, gekroond met vijgenbladen, grote wijd open ronde ogen en hij straalt licht uit dat alle aanwezigen verlicht. Hij wordt omringd door jonge en oude heksen die hem kinderen aanbieden. Boven de hoofden van deze erg macabre bijeenkomst vliegen vleermuizen of vampiers die zich aan de heksen laten zien.
(Vertaling van beschrijving Fundación Lazaro Galdiano)

El Conjuro, Samenzwering, 1798
Museo Lázaro Galdiano in Madrid

goya las brujas samenzwering

Het onderwerp van dit schilderij is een samenzwering van oude heksen. Een man met een wit overhemd wordt overvallen door heksen op zijn rustplaats. Boven zijn hoofd verschijnt het gezelschap van de koningin van de heksensabbat; heksen, vleermuizen en uilen. Het zijn allemaal bloedzuigers. De man wordt gekweld door de koningin van de heksen, die met haar gele cape in het middelpunt en in het licht van de naargeestige compositie is afgebeeld.

De andere heksen doen verschillende dingen: de oudste met een uil op haar hoofd, draagt een mand met kinderen die uit hun huis gestolen zijn. Naast haar staat een heks met een witte cape, die met kaarslicht de samenzwering voorleest. Daarnaast staat een andere heks die een speld in de rug van een foetus steekt om er bloed uit te zuigen, terwijl twee vleermuizen haar mantel vastgrijpen. Een andere heks verlicht met een kaars de angstige man. Vanuit de donkere hemel doemt een figuur op met lange botten in zijn handen, dit zou de duivel kunnen zijn. Het dramatische effect van dit schilderij ligt in de kracht van de compositie en de manier waarop Goya kleur gebruikt.

(Vertaling van beschrijving Fundación Lazaro Galdiano)

Linda meastra! (Mooie onderwijzeres!, ets, 1799)

Goya Linda maestra

Een oude heks leert een beginneling hoe ze op een bezem kan vliegen. De titel “Linda maestra!” is ironisch bedoelt gelet op de lelijkheid en gebrekkigheid van de oude heks.

Weble een Goya-kenner uit het begin van de twintigste eeuw (1936)

“Met de expressieve tekeningen van gezichten en handen, bereikt Goya een grootheid die te vergelijken is met Rembrandt. Een “Rembrandt“ die vertrokken is uit de buurt van het Bijbelse Palestina naar de levendige dagelijkse samenleving van 19e eeuw in Spanje”.

La belleza encarrada,: Vuelo de brujas, de Francisco de Goya
Manuel Borja-Villel, directeur van het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia, geeft commentaar op het schilderij “Vliegende heksen” van Francisco de Goya y Lucientes, (1797-1798)

Geraadpleegde literatuur en websites:
Goya in The Metropolitan Museum of Art, Colta Ives and Susan Alyson Stein, 1995
Goya 250 Aniversario, Juan J. Luna, Museo del Prado, Madrid, 1996
Goya and the Grotesque: A study of themes of witchcraft and monstrous bodies, A thesis in art History, Kristin Ann Ziech, University of Missouri, 2012
Goya Order & Disorder, Museum of Fine Arts, Boston, 2014
Goya The Witches and Old Women Album, The Courtauld Gallery, London, 2015

Museo del Prado, Madrid https://www.museodelprado.es/
Museo Fundación Lazaro Gialdano, Madrid, http://www.flg.es/

Gesprek over het “Museo del Prado”

Museo del Prado
Museo del Prado

Het Instituto Cervantes in Utrecht biedt speciale cursussen aan met verschillende culturele onderwerpen. Een van deze cursussen was “El Museo del Prado”. De docent Alberto Colorado is een kunstliefhebber en gaf deze cursus op zijn eigen bijzondere manier. Hij liet niet alleen schilderijen zien maar gaf ook veel interessante informatie. De lessen zijn toegespitst op het praten over kunst. Vaak leidde dit bij de cursisten tot groot enthousiasme en tot uiteenlopende gesprekken over kunst
Een persoonlijk gesprek met hem over kunst leidde tot dit interview.

Hoe oud was je, toen je voor de eerste keer naar het Prado ging?

Dat weet ik niet meer precies, maar van jongs af aan ging ik vaak naar het Prado . Als kind en als tiener nam mijn vader me regelmatig mee en bij elk bezoek legde hij me uit wat de verhalen waren achter de schilderijen.

Wat zijn je favoriete schilderijen?

Ik vind het moeilijk om te moeten kiezen, het zijn er zoveel…sommige schilderijen vond ik mooi toen ik jong was, andere interesseerden me toen ik ouder werd, maar de werken die me altijd hebben gefascineerd zijn de “Las Pinturas Negras” van Goya.
Als kind was ik erg onder de indruk van de afbeeldingen van hekserij, Parcen (schikgodinnen) en Saturnus die zijn zoon verslindt. Vooral als ik het me voorstelde op de muren in het huis van de schilder! Maar toen ik ouder werd, vond ik de “Half verdronken hond” (el Perro semihundido) het meest verontrustend. Het is een ongewoon, raadselachtig schilderij dat bij geen enkele kunststroming past en evenmin te onderscheiden is. Het is niet te classificeren!

Toen ik klein was hield ik van schilderijen uit de Gouden Eeuw, als tiener hield ik van het impressionistische schilderijen en daarna van moderne kunst. Is je voorkeur tijdens je leven veranderd?

Natuurlijk, ik denk dat dit voor iedereen zo is. Als kind keek ik meer naar de werken met een directe boodschap, enigszins oppervlakkig. Als je ouder wordt maak je gebruik van kennis en analyse-instrumenten, die de beleving van het werk en de waardering voor de kunstenaar verfijnen.
Kunst is communicatie en de werken zijn stille getuige van de tijd waarin ze zijn gemaakt.
Naarmate ik ouder werd, leerde ik meer over geschiedenis, kunststromingen, filosofie etc. dit veranderde mijn blik op kunst. Nu bijvoorbeeld, realiseer ik me hoe modern de werken van Jeroen Bosch of El Greco voor hun tijd zijn en hierdoor bewonder ik hun werk des te meer.

Is het mogelijk dat schilderijen een verborgen boodschap hebben? Zoals in de boeken van Dan Brown en Javier Sierra?

Ja, dat is mogelijk en ik ben er zeker van dat sommige kunstwerken dit hebben. Het was interessant om enkele fragmenten uit het boek van Javier Sierra, “De meester van het Prado” (El maestro del Prado) te lezen en om ze te bespreken in de les. Desalniettemin ben ik bang dat deze bijna esoterische symboliek in de werkelijkheid in veel mindere mate te vinden is dan deze auteurs zouden willen.
Deze boeken spelen meer in op de intentie om een bestseller te schrijven, dan om een serieuze analyse van de schilderkunst uit te voeren .

Denk je dat kunst meer is dan schilderijen, een geheel van kunsten (literatuur, theater, dans…)?

Ja, natuurlijk. Kunst is een zo´n breed begrip dat we er nooit in zullen slagen om het te definiëren, maar het is duidelijk dat het om veel meer disciplines gaat dan alleen de schilderkunst. Het gemeenschappelijke element, is, naar mijn mening, communicatie.

Zou kunst een politieke situatie kunnen beïnvloeden? Ken je een voorbeeld?
Het zou kunnen, maar ik denk dat het eerder de kunst zelf is die in veel gevallen een politieke lading krijgt, daar zijn veel voorbeelden van. Kunst is eerder een weerspiegeling van de maatschappij en daarom wordt kunst ook vormgegeven door de politiek. Het surrealisme bijvoorbeeld, een stroming die duidelijk verbonden was aan het communisme. Andere duidelijke voorbeelden zijn de vele geëngageerde Spaanse kunstenaars die kunst maakten gedurende de Tweede Republiek (La Segunda Republica, 1931-1939), en met name tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939).
Daar staat tegenover dat “El Guernica” van Picasso in hoge mate heeft bijgedragen aan de internationale afkeuring van het bombardement op de deze Baskische stad. Dit is een voorbeeld van kunst die de politiek heeft beïnvloed.

prado-madrid-interiorIs het belangrijk dat kinderen op school les krijgen over kunst of is het een onderdeel van de opvoeding?

Ja, natuurlijk. Los daarvan denk ik dat de gangbare manier van lesgeven er eerder toe leidt dat de leerlingen kunst de rug toe keren dan dat het kennis dichterbij brengt. Helaas heb ik slechte ervaringen met mijn docenten kunstgeschiedenis en ook met andere vakken. Mijn leraar op de middelbare school bijvoorbeeld kreeg het voor elkaar dat ik een hekel had aan filosofie en het koste me veel moeite om het interessant te vinden.

Veel jongeren zijn niet geïnteresseerd in kunst. Weet je waarom dit zo is? Is het nodig om dit te veranderen en op welke manier?

Zoals ik al heb gezegd in het vorige antwoord, denk ik dat het onderwijssysteem veel te verwijten valt maar ook de media, en in het algemeen, de kijk op kunst die overheerst in de samenleving.
Om te beginnen, denk ik dat kunstenaars met beide voeten op de grond zouden moeten gaan staan, dat het ophoudt om ze als een soort halfgoden te zien en stop met het aanbidden van de zogenaamde “genieën”.
Kunstenaars zijn mensen van vlees en bloed, zoals jij en ik, die zich uiten door middel van kunst. Deze benadering draagt er ook toe bij dat echte kunst voor iedereen dichterbij komt en zich niet beperkt tot een elite van kenners. De invloed van de elite heeft geleid tot een absurde consumptie van kunst. De massa verslindt tentoonstellingen met de gedachte dat het een zeker sociaal en intellectueel aanzien geeft. Ik denk dat veel mensen kunstwerken bewonderen waarvan de grote “goeroes” zeggen dat ze die moeten bewonderen, maar in veel gevallen lukt het hen niet om ze te begrijpen.
Om kunst dichterbij de gewone man te brengen, zou ik willen proberen de mythes omver te werpen. Je zou mensen instrumenten moeten geven waarmee ze de werken kunnen analyseren; intellectuele en culturele methodes op gang brengen die hen helpen om kunst te begrijpen.
Ik denk dat de meeste mensen zich op niets anders focussen dan de oppervlakkige verering van kunst en dat is jammer.

Je hebt een aantal schilderijen geselecteerd voor de cursus over het Prado. Hoe heb je dat gedaan? Heb je je laten leiden door de meesterwerken of heb je werken gekozen die volgens jou een meesterwerk zijn?

Nou een beetje van beide. Om eerlijk te zijn vond ik de cursus te kort omdat het Prado heel veel kunstwerken heeft, hierdoor moest ik veel schilderijen die ik mooi vond uitsluiten.
Ik heb representatieve werken uit alle kunststromingen gekozen, hoewel sommige, zoals het Neoclassicisme me minder boeiend leken dan andere zoals bijvoorbeeld de Vlaamse primitieven.
Ik denk dat het onvermijdelijk is dat de nadruk ligt op schilderijen die ik leuk vind.
Het gaf me de mogelijkheid om mijn passie voor bepaalde werken over te brengen en ik denk dat ik ze aan mijn leerlingen met meer diepgang heb laten zien.

In de les hebben we veel gepraat over schilderijen. Heb je iets geleerd van je leerlingen? Zo ja, zou je een voorbeeld kunnen geven?

Ik houd van levendige lessen, waarin de leerling het hoogste woord heeft. In de voor mij ideale les, geef ik alleen de hooflijnen aan en mijn bijdrage is het precies aangeven en aanvullen van wat de leerling al heeft gezegd.
Ik had het geluk dat ik een erg leuke en slimme groep had. Natuurlijk heb ik veel geleerd!
Het meest voor de hand liggend is denk ik, over de Nederlandse schilderkunst.
Ook over mythologie en Bijbelverhalen heb ik behoorlijk wat geleerd, veel ervan kende ik nog niet. Een aantal leerlingen wist erg veel! Over literatuur, film en cultuur in algemene zin heb ik ook veel opgestoken. Tijdens de lessen kunnen naast de belangrijkste onderwerpen, eindeloos veel verschillende andere onderwerpen opduiken. Ik houd ervan om het op een natuurlijke manier te laten verlopen. Dit maakt de lessen veel leuker en het verrijkt de cultuur in algemene zin.

Kan kunst bijdragen aan geluk?

Dat is voor iedereen anders! Smaken verschillen natuurlijk. Ik weet dat sommige psychologen kunst gebruiken als therapie, ik neem dus aan dat het iets zou kunnen bijdragen.

Op welke manier kan een schilderij je raken?

Er zijn mensen die heel gevoelig zijn voor de expressie van de afgebeelde personen, het kleurgebruik etc. Ik persoonlijk ben gevoeliger voor de verhalen die worden verteld; als het me lukt om ze te koppelen aan waargebeurde verhalen, over de schilder of een historische gebeurtenis.
De schilderijen El 2 y El 3 de Mayo (De tweede en De derde mei) van Goya bijvoorbeeld, deze werken vind ik erg ontroerend.

Bij deze cursus is gebruik gemaakt van het boek “El maestro del Prado” van Javier Sierra.

 

Enrique Granados, een beroemde Catalaanse componist

Naar aanleiding van de culturele activiteit op donderdag 12 februari bij het Instituto Cervantes in Utrecht, een korte beschrijving over deze beroemde componist.

Granados-Enrique-08Enrique Granados was een Catalaanse pianist, leraar maar vooral een groot componist die geboren werd in Lerida in 1867. Hij was de zoon van een Cubaanse vader en zijn moeder kwam uit Santander. Toen zijn vader overleed verhuisde de familie naar Barcelona. Granados begon op heel jonge leeftijd met zijn muziekstudie op “Esolanía de la Merced. Daarna volgde hij lessen bij zijn eerste leraren Vanaf 1886, Granados was toen negentien jaar, werkte hij als pianist in cafés in Barcelona waaronder het “Café de las Delicias” om geld voor zijn familie te verdienen.

Spaanse volksmuziek heeft invloed gehad op het werk van Granados en dit is gemengd met eigentijdse Europese muziek. Hij is in hoge mate geïnspireerd door de componisten uit de Romantiek zoals Schumann, Liszt en Wagner.

Zijn eerste grote succes bereikte hij met de operette: Maria del Carmen, die werd opgevoerd in Madrid in 1898. Het verhaal speelde zich af in een tuin in Murcia.

Granados werd geïnspireerd door de schetsen voor tapijten en schilderijen van Goya. Het stuk Las Goyescas bestaat uit twee series. De eerste serie werd voor het eerst opgevoerd in 1911 in het Palau de la Música Catalana in Barcelona. De tweede serie werd voor het eerst opgevoerd in Parijs in 1914.

De directeur van de Opera in Parijs vroeg aan Granados of hij de piano suite kon veranderen in een opera. Tijdens zijn verblijf in Zwitserland werkte Granados aan deze compositie. Het stuk is erg ritmisch, kleurrijk en heeft een ingewikkelde structuur. Met deze opera wilde hij het leven van de gewone mensen in Madrid weergeven aan het einde van de achtiende eeuw.

Door de Eerste Wereldoorlog was het onmogelijk om de opera Goyescas in Parijs op te voeren. In 1916 reisde Granados met zijn vrouw naar New York omdat daar de opera in première ging in het Metropolitan Opera House. Het was een groot succes en tijdens hun verblijf van twee weken in Amerika ontvingen de Granados veel complimenten en toezeggingen. De Amerikaanse president, Thomas Woodrow Wilson, nodigde hem uit om een privéconcert te geven in het Witte Huis.

Op 24 maart 1916 werd hun leven tragische onderbroken. De plannen van de Granados werden nooit gerealiseerd. De boot waarmee zij reisden werd in het Kanaal door een Duitse onderzeeër getorpedeerd. De componist en zijn vrouw verdronken door schipbreuk.

Zijn muziek kan worden onderverdeeld in drie stijlen of periodes:
1. De Romantische stijl met werken zoals Escenas Romanticas en Escenas Poeticas.
2. De patriottische stijl met werken zoals de 12 Danzas Españolas voor de piano, 6 stukken over Spaanse volksmuziek, dit zijn de meest diepzinnige en persoonlijke werken
3. De periode van Goya, met de pianoversie van zijn Goyescas, de opera Goyescas maar ook zijn Tonadillas voor piano en zang.

De Spaanse versie van deze tekst is te lezen op het blog van het Instituto Cervantes Utrecht

http://utrecht.blogs.cervantes.es/2015/02/11/enrique-granados-un-gran-compositor-catalan/