Botte zaag

Afgelopen week heb ik een oude fruitkist gekocht om spullen in op te bergen. De kist is van knoest hout, B-kwaliteit .

“Deze kisten zijn niet volledig intact, grover en vaak donkerder gekleurd. Geschikt als decoratie. Geen scheuren en gecontroleerd op houtworm – wel ruw hout, voor toepassingen als meubel dus nog goed schuren! “Leeftijd doet er ook helemaal niet toe…tenzij je kaas bent natuurlijk” Roest

Het leek me een prima kist. Ik wilde geen gladde nette kist hebben, maar echt doorleefd hout. Doorleefd was de kist inderdaad, hij zat vol met zand en schuren was echt noodzakelijk. Bij de Praxis kocht ik schuurpapier, wat verf, een kwast en wieltjes. Toen ik vroeg hoe de wieltjes bevestigd moesten worden, zei de winkelmedewerker dat hij daar nog nooit over had nagedacht. Ik probeerde aan hem uit te leggen hoe ik erover dacht. “U zult wel gelijk hebben”. Praxis City zal ik maar zeggen. 

Toen ik de kist eenmaal had geschuurd en een aantal houtsplinters in mijn vingers had, vond ik hem eigenlijk wel mooi. Een laagje verf zou de kist echt niet mooier maken. De Piet Hein Eek stijl zal ik maar zeggen.

Vandaag heb ik de verf en kwast teruggebracht naar de Praxis. De meneer in de winkel gaf mij toch het dringende advies om het hout te schilderen. “Het is onbehandeld hout, dat moet u afwerken met verf”. Dat ik de geschuurde kist erg mooi vond zonder verf, begreep hij helemaal niet. Ik probeerde nog uit te leggen dat de meubels van Piet Hein Eek ook van onbewerkt hout waren en dat die stijl me wel aansprak. Hij had nog nooit van Piet Hein Eek gehoord en hij kon zich niet voorstellen dat er een serieuze meubelmaker was die het hout niet schilderde. Dat had ik vast verkeerd begrepen. Ik was niet te overtuigen en hij gaf het op met een blik van domme doos die je bent…

De krat is niet al te stevig meer na 60 jaar gebruikt te zijn en voor de zekerheid wil ik er een plankje onder maken van 40x50cm. Ik moest een hele grote plank kopen en deze zelf op maat zagen omdat ze geen zaagcabine hadden. Bij het oude hout stond een klein plankje. Dat leek me een stuk praktischer om te zagen dan de grote plank. Het plankje was gratis, mooi meegenomen.

Voordat ik ging zagen waarschuwde de winkelmedewerker me. “U gaat toch niet met een elektrische zaag zagen?” Stel je eens voor, een vrouw die met een elektrische zaag aan slag gaat! Ik stelde hem gerust en zei dat ik met de hand ging zagen.

“U weet toch wel dat dit de houtzaag is”. “Ja, dat weet ik…”

Het was een botte zaag waardoor het zagen moeizaam ging. De man vond dat ik er wel lang over deed.

‘Tja, het is een botte zaag” was mijn antwoord.

“Of u kunt niet zagen”

“Probeert u het maar” was mijn reactie en voegde er nog aan toe “U moet de zaag het werk laten doen”

Met een anti-feministische blik keek hij me aan. De zaag was inderdaad niet scherp meer, maar bot was hij ook niet. Ik mocht zelf weer verder gaan zagen.

Toen ik buitenstond was ik stupéfait, bij een mannelijke klant hadden ze zich, denk ik, zo nooit gedragen. 

Afscheidsspecialist

Sinds de erfenis van mijn moeder is afgehandeld ontvang ik steeds post en e-mails van de Dela. Dat vind ik behoorlijk irritant. Vooral omdat ik weinig met de Dela te maken heb, het gaat met name om mijn familie die na mijn overlijden met hen aan tafel moet. Bovendien heb ik slechte ervaringen met de Dela en daar wil ik niet steeds aan herinnerd worden.

De begrafenis van mijn vader verliep alles behalve soepel. Je vraagt je misschien af wat er fout kan gaan bij een begrafenis, het is immers een standaardprocedure. Toch ging er van alles mis. De dame van de Dela pakte het om te beginnen erg commercieel aan. Bij elke keuze die we maakten kregen we direct de prijs te horen. “Dit is de standaard rouwkaart die in uw pakket zit. Elke andere kaart kost extra geld”. Als je deze rouwkaart kiest moet je echt een hekel aan iemand hebben gehad, ziet er niet uit. We kregen wel een aantal dingen gratis, een witte roos in de kist bij het hoofd van mijn vader en een wasafdruk van zijn duim. Alles wat je met de wasafdruk wilde doen, bijvoorbeeld zilveren manchetknopen met zijn vingerafdruk, kostte weer kapitalen. Deze opties hebben we niet gekozen.

Het grootste probleem hadden we met de kist. De “Dela-kist” zag er uit als een Billy van Ikea, daar wil je iemand niet in begraven. Het moet op zijn minst een kist van echt hout zijn. Dat het fout is gegaan met de kist daar voel ik me nog altijd verantwoordelijk voor. Ik kreeg namelijk het lumineuze idee om alvast een kist voor mezelf te kopen. Is wel zo efficiënt, nu we er toch mee bezig zijn… Er bestaat namelijk een kist die je tijdens je leven als een boekenkast kunt gebruiken. Zo’n kist leek mij wel handig, kost wel enige moeite om hem leeg te halen als ik overleden ben. Maar dat moet toch gebeuren, mijn spullen opruimen. Gedurende je leven kun je praktisch gebruikmaken van je kist. Bovendien zijn kisten erg duur en ze worden alleen maar duurder. Het is dus ook nog een diepte investering. Mijn vermoeden is dat de dame van de Dela enigszins “ontregeld” is geraakt door mijn voorstel om een tweede kist te kopen. Bij het opbaren van mijn vader bleek namelijk dat hij in de verkeerde kist lag. Een “Piet Hein Eek” kist met grof katoenen stof aan de binnenkant. We hadden een mooie donker houten kist uitgezocht, als het mogelijk was geweest zou mijn vader zich in deze kist hebben omgedraaid. Gelukkig kon voor de begrafenis nog de juiste kist geleverd worden. Deze kist was wel veel duurder dan de kist waarin hij aanvankelijk lag. Daar kwamen we achter bij de eindafrekening. Wat ook op de rekening stond was een extra bedrag voor het gebruik van de lijkwagen. We hadden langer rondgereden dan de tijd die binnen de verzekering viel en deze extra tijd werd in rekening gebracht. Totale onzin, we zijn van de kerk rechtstreeks naar de begraafplaats gereden, in Helmond nota bene…. Mijn moeder heeft de rekening nooit betaald.

Bij het weggaan vergat de mevrouw van de Dela om alle kleding van mijn vader mee te nemen. In de stoel lag namelijk nog zijn onderbroek. Moet een mens begraven worden met een onderbroek aan? Ik had mijn twijfels maar mijn moeder en zus vonden dit wel belangrijk. Moesten we haar bellen om zijn onderbroek op te komen halen.

Bij de kerkdienst ging het ook enigszins mis, dat had overigens niets met de Dela te maken. De pastoor kwam uit India en zijn Nederlands was niet optimaal. Hij kon de letter “h” niet goed uitspreken. Steeds zei hij “onze geilige geest” en “onze geilige vader”, amen. De mensen in de kerk hadden moeite om hun lach te onderdrukken.

De begrafenis van mijn moeder is trouwens wel goed verlopen.

Gezellig met de bus

busVrijdag was ik op het Domplein. Aan de klokken kon ik horen dat er een begrafenis was. Zoals ik al eerder had gezien stond er een “rouwbus“. Een goede oplossing om mensen naar de begraafplaats of het crematorium te brengen. Vooral omdat in de binnenstad weinig parkeerplek is. Steeds vroeg ik me af, waar is de kist. Een rouwauto zag ik namelijk niet staan. Toen de bus langsreed zag ik dat de kist in de bus stond. Vol ongeloof keek ik de bus na. Doodskisten geven me altijd een naar gevoel. De overledene is weg maar toch niet echt weg.

Op de achterkant stond “Tours v.i.p.”. Ik weet niet waar het v.i.p betrekking op heeft, op de overledene of de rouwende passagiers. Mijn eerste reactie was “doodeng om met de kist in een bus te zitten”. Staat hij wel goed vast of begin de kist te schuiven bij een scherpe bocht of een keer hard remmen. Stel nou dat je een ongeluk krijgt, kan de kist daartegen, is het niet een groot risico omdat de kist makkelijk een ander kan verwonden als hij eenmaal begint te glijden

Ik wilde wel meer weten over de bus en bezocht hun website. Alle faciliteiten werden beschreven. Er is bijvoorbeeld een toilet aanwezig voor “kleine boodschap”, wat doe je dan met een dringende grote boodschap? De verlichting in de bus kan worden aangepast naar de sfeer van de situatie. Het licht uit lijkt me gepaster dan een steeds van kleur veranderend moodlight, rood, blauw, groen…. Er is ook een mogelijkheid om muziek te spelen of foto’s te laten zien. Het klinkt inmiddels als een soort discobus.

Op de website kun je ook naar een filmpje kijken. Alles wordt van bovenaf gefilmd en ik vermoed dat er gebruik is gemaakt van een drone. Het ziet er vreemd uit, ik vroeg me af of iemand een dronefimpje van de begrafenis heeft gemaakt of dat het een begrafenis is voor de commercie, de kist met bloemen is even geleend en de rouwende mensen komen uit een naburig café.

De site verwees naar een Achterhoekse uitvaartbeurs. Daar kun je in alle rust de bus bekijken. Op de beurs was nog veel meer te zien. Het meest opmerkelijk vond ik een mevrouw die als medium de begrafenis gaat begeleiden. Ik neem aan dat ze contact maakt met de overledene. Dat kan tot bizarre situaties leiden. Je kunt dan beter bij het principe blijven over de dode niets dan goed. Anders loop je het risico dat het medium begint te pruttelen, “ik houd helemaal niet van witte rozen” zegt de man die zijn hele leven alles wat groeit en bloeit uit zijn tuin heeft verwijderd en nu volgens de rouwkaart van witte rozen houdt.

De begrafenissector is een goed lopende branche geworden. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is mogelijk. Er is nog meer mogelijk dan waar je zelf ooit behoefte aan hebt. Maar zoals in de economie geldt, aanbod creëert de vraag. Gelukkig weet ik zelf niet hoe ik de aarde verlaat. Maar ik hoop dat ik niet met de bus mee hoef maar gewoon een auto voor mezelf krijg.