Zondag 22 september
Utrecht Centraal 10.05
Ik zit in de trein, gelukt. Al een kleine aanvaring met de mevrouw van de bagagelabels op HC. Thuis kon ik hem niet vinden, en ik heb een nieuwe gekocht.
-“Heeft u bagagelabels”
“Ja” twintig opties, daar heb ik geen tijd voor dacht ik.
“Welke is de meest simpele?”
“Deze (één plastic kaartje)”
“Kan ik die nu meteen gebruiken?”-
“Hoe bedoelt u?”
“Moet die niet ingestraald worden?”
“Ik begrijp niet wat u bedoelt”
“Dat ik een computer nodig heb omdat hij digitaal is” –
“Nee mevrouw als u een pen heeft, schrijft u het adres er gewoon op”.
“Top, een rode graag”
Schiphol 12.15
Het inchecken duurde een eeuwigheid. Om precies te zijn 45 minuten. Achter mij stond een forse Italiaanse vrouw met een doorrookte stem. Ze stond steeds in mijn oor te schreeuwen Help. Na wat voordringen had ik haar achter me gelaten. Aan de rij leek geen einde te komen. Halverwege kreeg ik een paniekaanval omdat ik helemaal omringd werd door mensen. Ik wilde gaan roepen: help ik ben autistisch, aan de kant allemaal. Met wat mindfulness-oefeningen lukte het me om weer te kalmeren. Wat ook hielp was meeneuriën met mijn muziek. Irritant voor anderen maar jammer dan. Af en toe een blij huppeltje is ook effectief.
Bij de beveiliging aangekomen was ik stik sacherijnig. Een beveiliger vroeg vriendelijk naar mijn bestemming. Ik dacht “Man rot op, scan mijn koffer”. Het was aardig bedoeld en wilde mijn bestemming nog wel met hem delen. Op de vraag van de vrolijke man “En hebt u er zin in?” Wilde ik niet meer antwoorden. “Oh, het is dus voor werk….” Net alsof je er dan geen zin in kunt hebben.
Ik kon in één keer doorlopen, zonder verdere controle. Voor en na mij werd iedereen wel gecheckt. Een aantal bejaarden raakten helemaal nerveus. “Wat zou het nou zijn? – ” Weet ik niet?” – “Eng hė?”
Bejaarden die naar de Starbucks gaan is ook geen succes.
“Oh wat ingewikkeld allemaal!”
“ik wil gewoon koffie, zouden ze dat ook hebben?”
De ene tut ging vast zitten maar bleef wel steeds roepen, “Hebben ze koffie Josefine?”
“Weet ik niet….”
Ik bestel altijd een caramel macchiato met siroop door de koffie.
De tut riep, “Zie je ingewikkeld, oh ze hebben toch wel koffie?”.
Ga de volgende keer bij La Place zitten dacht ik. De echtgenoot van de tut had al drie keer gebeld, steeds met de vraag “Waar ben je nu?” De andere tut wilde weten wat hij vroeg, oh …. Hij is alleen hè, Dat wordt een vermoeiende vakantie voor ze.
De vlucht ging prima. Naast mij zat een jong stelletje. Het leek erop dat dit hun eerste vakantie samen was. De jongen vroeg namelijk steeds “Doe je dat altijd zo?” Waarop zij uit ging leggen waarom ze dat deed en steeds eindigde met de zin “Zo ben ik nou eenmaal”. Dat gaat gezellig worden dacht ik, deze vakantie. Het is voor hem slikken of stikken.
Madrid Barajas 17.15
Ik ben iedere keer weer verbaasd als ik het vliegveld verlaat. In een paar uur tijd sta je in een totaal andere wereld. Cipressen, mooie felle zon, Spaanse hectiek om me heen, onlogische borden… Ik wilde met een taxi naar mijn hotel, wel zo efficiënt. Er stond en hele rij met mensen op een taxi te wachten. Hoe deze rij werkte begreep ik niet helemaal. Je zou zeggen degene die vooraan staat stapt in, maar nee in dit geval niet. Er was wel een mevrouw met een hesje aan en fluitje die het allemaal coördineerde. Ze zal wel een voor haar logisch systeem hebben.
De taxichauffeur zat steeds te niezen, terwijl hij met de raam open reed. Op de achtergrond speelde een rustig flamenco-muziekje. Welkom in Spanje. In de buurt van het hotel vroeg hij aan mij de weg. Vreemd, maar ik kon me nog wel vaag herinneren dat we bij Opera linksaf moesten en dat het hotel halverwege de straat aan de linkerkant was. Er was geen hotel in deze straat. Shit dacht ik. Normaal gesproken mail ik een dag van te voren het hotel om door te geven hoe laat ik ongeveer aankom. Deze keer had ik dat niet gedaan, “Het zal wel oké zijn”. Van het hotel had ik ook niks gehoord. De chauffeur reed nog een keer een rondje. Weer geen hotel. “Mierda, pasa a mi, el hotel no existe! Tranquilla señora, Vamos otra vuelta. (Shit, dat heb ik weer, het hotel bestaat niet. Rustig mevrouw, we rijden nog een rondje) Nogmaals gaf ik het adres door en jawel daar was het hotel. De taxichauffeur had de verkeerde straat links genomen, dan kan je rond blijven rijden.
Hotel Las Meninas 18.00
Ik had een éénpersoonskamer gereserveerd maar helaas het hotel was volgeboekt en ik kreeg een tweepersoonskamer of ik dat een probleem vond. “Geen probleem, maar ik had me wel verheugd op een eenpersoonsbed.” Grapje zei ik er maar snel achteraan toen ik zijn verbaasde gezicht zag. De jongen achter de receptie was ook op één november jarig. “Wij hebben een bijzondere band, jarig op Allerheiligen, el dia de los difuntos”
De hotelkamer was echt groot, vooral vergeleken met het hotel in Barcelona. In het informatieboekje over het hotel stond dat er speciale kamers voor rokers waren. Kijk, dat is mooi! Ik ging naar de receptie voor een rookkamer. Nog voordat ik iets kon zeggen zei de jongen:
“U heeft geen ramen”
“Geen idee, maak me ook niet uit. Ramen zijn overgewaardeerd”.
“Het is een oud gebouwen, u kijkt uit op de patio”
“Geen probleem” Ik vroeg of ik een rookkamer kon krijgen.
“Dat is al jaren verboden in Spanje! Maar als ik niks zie dan… en hij stak zijn handen vragend in de lucht.
“Dat ruik je toch?”
“Als ik niks zie… “
“Gooi je me dan niet op straat als ik in mijn kamer rook?” vroeg ik aan hem. Hij haalde zijn schouders op. Oké
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...