De afgelopen maanden ben ik erg creatief bezig. De schildersdoeken, verf, linoleum en kwasten zijn niet aan te slepen. Ik ga met name naar buiten om naar de schilderswinkel te gaan. Veel tijd voor een ontspannen wandeling heb ik niet meer. Er moet geproduceerd worden in Huize Merkx, inmiddels woon ik mijn atelier. Als alle afgedrukte lino’s op het wasrek liggen te drogen, dan denk ik ‘mooi productiemaatschappij Merkx draait op volle toeren’. Want als de lino’s liggen te drogen, ben ik al weer bezig met de compositie van een schilderij.
Even was ik ongerust dat mijn werk stil zou komen te liggen bij een opname in het UMC, maar daar ga ik gewoon weer verder. Ik heb daar ook de mogelijkheid om nieuwe dingen te proberen, zoals bijvoorbeeld foto’s overzetten op houten panelen of grotere doeken schilderen. Voor het maken van schilderijen met drie verdwijnpunten heb je namelijk veel ruimte nodig.

Inmiddels hangt er een schilderij van mij in het ‘Hersencafé’ van het UMC. Een plek die drukbezocht wordt door patiënten, personeel en bezoekers van de afdeling psychiatrie.
Dat voor iemand die de tekenleraar op de middelbare school tot waanzin heeft gedreven, is het niet gek. De opdracht was teken je idool met inkt. Toen ik de piramiden van Cheops wilde tekenen, mocht dat niet. “Idolen zijn mensen zoals George Michael, Madonna of Elvis. Geen stenen!” schreeuwde hij door het lokaal. Uiteindelijk heb ik toen zijn idool, Seth Gaaikema moeten tekenen.
Maar nu wordt er een schilderij van mij tentoongesteld. Eerlijk is eerlijk, het is geen portret maar een lijnenspel. Eindelijk waardering voor mijn bijzondere rechtlijnigheid.