Drie maal verdwijnen is tentoongesteld.

De afgelopen maanden ben ik erg creatief bezig. De schildersdoeken, verf, linoleum en kwasten zijn niet aan te slepen. Ik ga met name naar buiten om naar de schilderswinkel te gaan. Veel tijd voor een ontspannen wandeling heb ik niet meer. Er moet geproduceerd worden in Huize Merkx, inmiddels woon ik mijn atelier. Als alle afgedrukte lino’s op het wasrek liggen te drogen, dan denk ik ‘mooi productiemaatschappij Merkx draait op volle toeren’. Want als de lino’s liggen te drogen, ben ik al weer bezig met de compositie van een schilderij. 

Even was ik ongerust dat mijn werk stil zou komen te liggen bij een opname in het UMC, maar daar ga ik gewoon weer verder. Ik heb daar ook de mogelijkheid om nieuwe dingen te proberen, zoals bijvoorbeeld foto’s overzetten op houten panelen of grotere doeken schilderen. Voor het maken van schilderijen met drie verdwijnpunten heb je namelijk veel ruimte nodig.

Inmiddels hangt er een schilderij van mij in het ‘Hersencafé’ van het UMC. Een plek die drukbezocht wordt door patiënten, personeel en bezoekers van de afdeling psychiatrie. 

Dat voor iemand die de tekenleraar op de middelbare school tot waanzin heeft gedreven, is het niet gek. De opdracht was teken je idool met inkt. Toen ik de piramiden van Cheops wilde tekenen, mocht dat niet. “Idolen zijn mensen zoals George Michael, Madonna of Elvis. Geen stenen!” schreeuwde hij door het lokaal. Uiteindelijk heb ik toen zijn idool, Seth Gaaikema moeten tekenen. 

Maar nu wordt er een schilderij van mij tentoongesteld. Eerlijk is eerlijk, het is geen portret maar een lijnenspel. Eindelijk waardering voor mijn bijzondere rechtlijnigheid.

Een eigengereide kabouter

Wat doet een mens zoal op een dag in het UMC? Tuinkabouters beschilderen.

Ik had een saaie grijze, kleurloze kabouter gekocht bij “Flying Tiger” voor €1,50, een koopje. Op zich was hij best grappig. Toen ik hem aan mijn altijd gefocuste behandelaar liet zien, zei hij: “Als hij maar €1,50 kost wil nog niet zeggen dat je hem dan moet kopen.” Zit wat in, maar toch was ik teleurgesteld in zijn inlevingsvermogen. Zag hij dan niet de mogelijkheden die deze kabouter biedt? Dat zou je toch verwachten, dat een behandelaar denkt in mogelijkheden en buitenkansjes. 

Ik laat mijn kabouter niet afzeiken en besloot hem wat op te pimpen. Een kloddertje verf hier en daar, en zo kwam mijn grijze kabouter tot leven. Met een zilveren baard vind ik hem heel tof geworden, een Merkx Original. Mijn altijd gefocuste behandelaar vindt hem ook mooi geworden, ofschoon hij bij zijn standpunt blijft dat ik hem niet had hoeven kopen.

Draaideur Nijntje

In het UMC kun je een ribfluwelen Nijntje kopen, de opbrengst gaat naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Met dit geld kunnen zieke kinderen wat leuks gaan doen. Ze hadden verschillende kleuren: bruin, grijs, roze, groen, wit en blauw. Ik twijfelde over de kleur en stelde mijn aankoop steeds uit. Tot het moment dat ik zag, dat er alleen nog maar bruine en grijze Nijntjes waren. De verkoopster in de winkel wist niet of er nog andere kleuren op voorraad waren.

In de draaideuren bij de ingang hingen er Nijntjes als kerstdecoratie. Ik vroeg aan de verkoopster of ze er één blauwe voor me uit wilde halen. Bruin en grijs vond ik niet echt feestelijk. Het was onmogelijk om een Nijntje eruit te halen, “Daar kunnen we niet aan beginnen”. Nou ja, dan koop ik maar een bruin Nijntje

Ze begreep wel dat een blauwe leuker was voor mijn kleinzoon. Ik ben 46 dus het zou kunnen, maar ik vind het nogal vroeg om oma te zijn. Ik overwoog nog even om te zeggen dat ik zelf graag met een knuffel slaap, dat er helemaal geen kleinzoon was. Ze vroeg of het een cadeautje was. Ja inmiddels wel, dan was ze nog even bezig met inpakken terwijl er een lange rij achter me was ontstaan.

Na de kerst haalden ze de kerstversiering uit de draaideur. Ineens stond er een blauw Nijntje in de winkel. Gelukkig had ik het bonnetje bewaard en de kaartjes er nog aan laten zitten. Ik wilde mijn bruine Nijntje ruilen voor de blauwe. Ik hoopte erop dat ik niet weer als een oma zou worden aangesproken. Helaas, ik kon hem ruilen en ze begreep dat mijn kleinzoon er blijer van werd. Helemaal omdat op het Nijntje glitters zaten. Nu heb ik ineens een disco-Nijntje

Ik voel me inmiddels hoogbejaard. Wat gebeurt er als ik echt een oma zou kunnen zijn, word ik dan een overgrootmoeder?

Hoe dan ook hoop ik dat de kinderen in het WKZ een leuke middag hebben.