Terug in de tijd, 30 jaar later naar Parijs

Vandaag ga ik met de Thalys naar Parijs. Het is al weer dertig jaar geleden dat ik daar voor de laatste keer was. Als ik de foto’s zie van die vakantie ben ik verrast. Wat een blije gup ben ik daar. Ik vind het nu ook wel stoer dat ik met een vriendin naar Parijs ben gegaan. Voor het eerst alleen op vakantie. Ik had net mijn eindexamen voor de havo gedaan. En ik ging daarna verder met het VWO omdat ik niet wist welke opleiding ik wilde gaan doen.

Dat het dertig heeft geduurd voordat ik weer naar Parijs zou gaan, had ik niet verwacht. Wat is er veel gebeurd in deze tijd. Gelukkig kon ik me toen nog geen enkele voorstelling maken van wat er op mijn pad zou komen. Ik herinner me een leuke en gezellige vakantie met een vriendin. In een hotel helemaal aan het einde van een metrolijn. En we hadden luxe, een eigen douche en toilet. De muur had een bijzonder behang, grote paarse en oranje bloemen. Ik had zelf telefonisch de hotelreservering gemaakt. Het was een enigszins louche hotel. Overdag gebeurde er helemaal niks maar ‘s avonds en ‘s nachts was het erg druk in de straat achter het hotel. We werden ook regelmatig ˋs nachts gebeld met de vraag ‘Est tu de Paris?’. Totdat ik hierover ging klagen bij de balie van het hotel. Toen was het afgelopen.

Ik had toen nog het gevoel dat alles kon en mocht. Met mijn oranje cactusblouse aan gingen we dineren in een chique restaurant. Natuurlijk maakte ik de fout om tartaar te bestellen. Daar zat ik dan met mijn homp gehakt en een ei erin.

Het was een enigszins rare vakantie. Een mevrouw liep naakt achter haar kinderwagen bij Centre Pompidou. Zelfs voor Parijs was dit niet normaal en ontstond er veel commotie. Uiteindelijk werd ze opgepakt door de politie.

In die vakantie ben ik ook beschoten door iemand met een alarmpistool. Vreemd. We hoorden wel geweerschoten maar we dachten dat iemand op duiven aan het jagen was. Totdat er ineens een man voor ons stond met een pistool en gericht begon te schieten. Na de knallen voelde ik aan mijn lichaam of ik geraakt was door een kogel. Gelukkig was er niks aan de hand. Heel snel daarna zijn we weggerend.

Bij Versailles waren ze niet echt blij met ons. Ik was ervan overtuigd dat daar het bed van Napoleon stond. Ergens… Aan iedereen die we tegenkwamen vroegen we waar we het bed van Napoleon konden vinden. Nergens, staat daar helemaal niet.

Nu ben ik wat ouder maar dat wil niet zeggen dat ik geen rare dingen meer meemaak op een vakantie. Ik ben benieuwd wat ik de komende week ga beleven. Eerst maar eens aankomen in mijn hotelkamer, dan weet ik waar ik verblijf.

Autodroom

Nog nooit in mijn leven ben ik zolang niet op vakantie geweest. Ik heb ook nooit kunnen bedenken dat het onmogelijk is om Nederland te verlaten. Het voelt alsof ik er geen einde aan de pandemie lijkt te komen. Nu het langzaam aan het mogelijk wordt om te reizen, mijmer ik weer over gemaakte reizen. 

Vanochtend werd ik wakker met het woord ‘autodroom’ in mijn hoofd. Ik heb vannacht niet gedroomd over een vakantie maar dacht aan de gelijknamige dichtbundel uit 1954 van de dichter Gerrit Achterberg. Inderdaad de man die zijn hospita vermoordde toen hij in Utrecht studeerde en hiervoor TBS kreeg.

In deze bundel staat het gedicht Riviéra. Het doet me denken aan de vakanties die ik als kind met mijn familie in Italië doorbracht. Het magische moment vond ik altijd als we met de auto de kust bereikten. We reden langs een azuur blauwe zee en rotsen met bomen vol met bloemen. Meanderend over de kronkelige weg. 

Riviéra

De helling schuift met bloemkastelen dicht.
Wegen die ik niet wist dat verder konden
hebben hun col de wolken in gevonden
naar deze zee waar het zuiden ligt.
Ik overstroom van louter vergezicht. 
Tegen het Estérelle-gebergte ronden
de blauwe baaien zich op kristalgronden. 
Tot in Italië schijnt het zonlicht.
De auto klimt en daalt in de rotonde
en open galerijen van de lucht
spijlen trekkend door het hemelhuis.
De lange vasteland-cadans ontbonden,
komt het reisbeeld tot staan onder zijn vlucht.
Wij stappen er in uit. De Wereld ruist.

Gerrit Achterberg, Autodroom 1954

Dierenpension Merkx

De afgelopen tijd denk ik steeds dat ik iets in mijn huis wil hebben dat leeft. Ik woon klein en dat beperkt de mogelijkheden. Je komt al snel uit op ratjes, witte muizen of  een python of een goudvis. Ratten en muizen vind ik op zich best oké. Ik ben alleen bang dat ik de helft van de tijd op mijn knieën door mijn huis moet kruipen om ze te vangen. Van slangen houd ik helemaal niet want die kun je niet knuffelen. Het moet wel aaibaar zijn. Vissen zijn meer een decoratief object in je interieur

Een buurjongen had twee ratten en als hij op vakantie ging vroeg hij altijd of ik voor ze wilde zorgen. De kooi werd dan in mijn huis gezet omdat ze zich anders eenzaam zouden voelen. En uiteindelijk hierdoor doodgingen. Dit begreep ik niet helemaal omdat ze samen waren. Ze maakten ongelofelijk veel lawaai omdat ze met hun pootjes steeds langs de tralies van de kooi krabden. Als ze door mijn huis liepen schrok ik me steeds rot. Lag ik rustig op de bank een boek te lezen en opeens liep er een rat langs mijn nek.

Ik heb ook ooit voor de goudvis van de buren gezorgd toen ze op vakantie gingen. Het aquarium werd bij mij in huis gezet. De goudvis zag er niet goed uit, hij was een beetje grijzig. Er hing een pompje in het aquarium dat een borrelend geluid maakte. De hele dag dat borrelend geluid vond ik behoorlijk irritant. Het was wel grappig dat de goudvis er steeds beter uitzag. Aan het einde van hun vakantie was hij weer mooi oranje.

Toen ze de vis kwamen ophalen waren ze enigszins teleurgesteld. Eigenlijk hadden ze gehoopt dat de vis was dood gegaan. Ik was echt verbaasd, had ik al die moeite voor niks gedaan? De buurvrouw had de vis cadeau gekregen van vrienden voor haar verjaardag. Maar ze wilde helemaal geen vis en ze had ook geen zin om er voor te zorgen. Uiteindelijk kwam het erop neer dat ik de vis mocht houden. Dat was niet volgens de afspraak. Ik werd ineens opgezadeld met een vis. Volgens hen had ik veel meer affiniteit met de vis dan zij. “Mayke de goudvis fluisteraar”. Spoel hem door het toilet was mijn suggestie. Dit vonden zij niet zo’n goed plan, dat was zielig. Zet hem op marktplaats, vonden ze ook geen goed voorstel. Ze wilden zeker weten dat koper goed voor de vis zou zorgen Ik baalde enorm en kreeg de neiging om de vis met aquarium en al uit het raam te gooien. Uiteindelijk heb ik het aquarium bij hun voor de deur gezet. Ik ben geen asiel voor ongewenste vissen. Ze waren verbaasd maar zo makkelijk kom je niet van je vis af.

Ik wil best voor andermans dieren zorgen maar ze komen niet meer bij mij in huis.

 

Wat rest, een gezamenlijke koffer.

Afgelopen week was ik een paar dagen op vakantie in Sevilla. Alleen reizen leidt soms tot bizarre situaties. In het hotel zat een Nederlands stel te ontbijten. Achteraf gezien had ik hen beter kunnen begroeten in het Nederlands, gewoon goede morgen in plaat van buenas dias.

Ik zat rustig te ontbijten en El Pais te lezen. Ineens hoorde ik de vrouw tegen haar man zeggen: “Het geeft echt niet dat we vannacht niet konden vrijen. Je bent vast heel moe van de reis.” Die man was helemaal depressief, “Ja, ik ben ook geen achttien meer”. Ik had echt last van plaatsvervangende schaamte en verslikte me bijna in mijn koffie. Vreemd dat mensen in het buitenland niet goed letten op de mensen in hun omgeving.

Vervolgens gingen ze alle namen van vissen in het woordenboek opzoeken. Om te beginnen met “oester” vanwege de afrodiserende werking. Ik dacht, deze relatie is snel ten einde, als je niks anders meer met elkaar te bespreken hebt dan de namen van vissen.

De volgende dag zag ik hen weer in de hotellobby. We checkten tegelijkertijd uit maar gelukkig sprak ik toen alleen maar Spaans. Toch voelde het wel ongemakkelijk, er werden namelijk twee taxi’s besteld om naar het vliegveld te gaan. De taxichauffeur wilde mijn koffer pakken maar de andere blauwe koffer was van hen. Op het vliegveld stond ik in dezelfde rij om in te checken. In de lobby van het hotel viel het me al op dat hun relatie bekoeld was, ondanks dat zij het niet erg vond dat hij geen achttien meer was.

Ik vind het altijd leuk om te kijken naar vliegtuigen die landen en opstijgen. Ineens stond de man naast me en hij wilde een gesprek beginnen maar daar had ik geen zin in. Later zag ik dat ze niet meer bij elkaar zaten terwijl daar wel ruimte voor was. Hij zat met zijn rug naar haar toe. Het lijkt me echt vervelend als je relatie op vakantie eindigt. Wat doe je dan met je gezamenlijke koffer?

vrouw met plattegrond

´t kan verkeren

De laatste tijd heb ik niet zoveel inspiratie voor mijn blog. Misschien komt het omdat ik binnenkort op vakantie ga. Ik ben in ieder geval tot de conclusie gekomen dat ik niet tegen onzekerheden kan. Van alles en nog wat kan vertraagd zijn, bus, trein, vliegtuig en taxi. Met wat pech bereik ik mijn hotel pas midden in de nacht. De luchtvaartmaatschappij kan gaan staken waardoor ik niet naar huis kan, toch maar extra medicijnen en kleren meenemen. Mijn medicatie wil ik overigens in de kluis bewaren. Een schoonmaakster die wil gaan trippen kan al mijn pillen jatten. Gelukkig heb ik ook een reisverzekering die snel nieuwe pillen regelt. Het kan ook zo zijn dat het hotel op 9 november in rook is opgegaan. Sevilla wordt geteisterd door een orkaan en dagen lang regent het zo hard dat ik niet naar buiten kan omdat de straten ondergelopen zijn. De hotelkamer ligt vol met hondenharen en ’s ochtends word ik vroeg wakker door geblaf. Waarom heb ik in godsnaam een kamer gereserveerd in een hotel waar honden welkom zijn. De foto’s van het hotel kunnen frauduleus zijn, het lijkt op een compleet ander hotel dan ik geboekt heb. Mijn bagage is ook zorgwekkend, hoeveel is 15 kilo? De koffer heb ik al gewogen en weegt 5 kilo, nog maar 10 kilo over voor mijn bagage. Voor elke kilo extra betaal ik tien euro. Dat kan een dure koffer worden.

Vrouwen en kaarten

Sevilla is een doolhof van kleine straatjes. Dagen lang heb ik gezocht naar de plek van mijn hotel op de kaart. Bril maar afgezet omdat ik de kleine lettertjes niet meer zo goed kan zien. “Het ligt links van het flamenco museum en rechts van Casa Pilatos”. Toch bleef mijn hotel onvindbaar. Sinds vandaag weet ik wat het probleem is; de kaart is gedraaid, het noorden ligt op de plek van het oosten. Ik heb hem direct bij het oud papier gegooid, daar word ik alleen maar gek van. Nog twee en een halve week voordat ik op reis ga. De komende tijd zal ik vrij nemen van mijn vakantie, even een dagje zonder reisgidsen, apps en kaarten.