Gedichten uit de oude doos

Gedichten die door mij zijn geschreven begin jaren negentig. Een manier om de saaie schooldagen door te komen. Het zijn tijdloze gedichten die, volgens mij, na twintig jaar nog steeds het lezen waard zijn.

 

Regen – druppel
Water- spat
Ruiten – wisser
Riool – gat

Para –pluie
Wat gebeurt er nu,
Hoorbaar regen, zichtbaar niet
Eenmaal buiten
Het regent dat het giet.

De dingen om haar heen

De oude vrouw zit op een bank.
in de schaduw onder een boom,
beschermt tegen de hete zon.
Ze kijkt naar de dingen om haar heen.

Twee kinderen proberen een eend te pakken .
Langzaam gaat ze terug naar haar jeugd.
Ze denkt aan haar man met zijn mooie glimlach,
die eens liefkozend hier naast haar zat.

Voorzichtig probeert zij zijn hand te strelen.
Dan hoort ze een eend hard kwaken, en
zij beseft dat hij hier nooit meer zal zijn.
Met een zakdoek droogt ze haar tranen,
ze kijkt naar de dingen om haar heen.

Loveseat

Kijkuit, Illustratie: Xandra Knoth mei 2015
Kijkuit, Illustratie: Xandra Knoth mei 2015

In de meeste stadsbussen heb je een paar brede stoelen voor gehandicapten. Twee dunne mensen kunnen er naast elkaar op zitten. Dit is overigens alleen prettig als het een bekende is. Je zit dan namelijk bil aan bil en daar houd ik niet zo van.

Gisteren zat ik op zo’n stoel. Ik ben niet gehandicapt en mag er eigenlijk niet gaan zitten. Ik neem me dan altijd voor om op te staan als er in de bus geen plaats meer is voor gehandicapten, oudere en alle andere minder validen mensen. Een dikke vrouw stapte de bus in en toen kreeg ik een innerlijk conflict. Wat te doen? Opstaan en haar mijn stoel aanbieden, of gewoon blijven zitten.

Na wat gepieker besloot ik om op te staan. Ze stond met haar rug naar me toe en ze hoorde niet dat ik tegen haar praatte. Op haar schouder tikken durfde ik niet en ging dus weer zitten. Inmiddels had de dikke vrouw zich ergens tussen gewrongen. Ze zat gedeeltelijk op de brandblusser. Het leek me niet echt comfortabel. Nog maar een poging doen. “Mevrouw wilt u hier zitten?” “Nou eh, zo dik ben ik nou ook weer niet” was haar antwoord.
Ze zag waarschijnlijk dat ik wat pips keek en zei: “Dank je, aardig dat je het vraagt maar ik zit hier goed”.

Dit doet me denken aan een ander voorval in de bus met een corpulente vrouw. Toen ik naast haar ging zitten werd ze boos. “Kijk uit! Je gaat boven op me zitten!” schreeuwde ze. Ze was zo dik dat ze anderhalve stoel in beslag nam. Ik kan er niet zoveel aan doen dat het dan wat krap is. Daar zijn dus de loveseats voor.

Een paar aanbevelingen om met het openbaar vervoer te reizen.

etiquette OV

 

Rules of the underground: (1) Knees may be no more than six inches apart. (2) If you can’t control your offspring, watch as a stranger does it for you. (3) What did we say about checking out the girls? (4) The Post is only 25 cents—buy your own. (5) Holding the subway door makes everyone on the train love you. (6) As does loud music. (7) Lie down on subway only if dead.

Bron: http://nymag.com/guides/etiquette/

Toilet M\V

vrouwmanvrouw-a
Heren / Dames Toilet, Illustratie: Xandra Knoth mei 2015

In de universiteitsbibliotheek moest ik naar het toilet. Toen ik de toiletdeur opende was ik wel enigszins verbaasd, een urinoir, vreemd. Achter de andere deur was een toiletpot. In mijn hoofd borrelden allerlei gedachten op:

“Sinds wanneer is er geen onderscheid meer tussen een dames- en herentoilet?”

“Wat is dit voor een vreemde vorm van emancipatie?”

“Heeft dit in de krant gestaan of was het op nieuws?”

“Zonder fatsoenlijke aankondiging kan dit echt niet!”.

Er kwam een jongen binnen die zei:

“Mevrouw dit is het herentoilet”

“Gelukkig” was mijn antwoord. “Hoe kom ik hier terecht?”

Ik ben snel naar het damestoilet gegaan. Ik vraag me wel af waarom een damestoilet vaak wordt aangegeven met een vrouw die een jurkje draagt. Kijk daar gaat het fout, wat mijn kleding betreft lijk ik meer op het herentoilet. Het is seksistisch. Het heeft bij mij overigens ook enige tijd geduurd voordat ik begreep dat Nijntje een “meisje” is omdat ze een jurkje draagt. Nou ja, gelukkig zijn het dames- en herentoilet nog steeds van elkaar gescheiden, daar zal voorlopig geen verandering in komen. Althans dat hoop ik.

Pennywise op het kerkhof

Clown
Clown, Illustratie: Xandra Knoth april 2015

 

Gisteren ging ik met mijn familie naar het kerkhof om het graf van mijn vader schoon te maken. Het is een mooi rustig kerkhof, midden in de stad. Toevallig was het gisteren ook carnaval. Allerlei mensen liepen verkleed over straat, ze hadden er duidelijk zin in. Op het kerkhof waren ook verklede mensen. Enigszins bizar omdat het voor mij een vreemde combinatie is, hossen tussen de graven door zal ik maar zeggen.

Er was ook een clown en daar ging het fout. Twee van mijn angsten kwamen samen, mijn angst voor de dood en coulrofobie (angst voor clowns). Het is begonnen met de thriller “It” naar het gelijknamige boek van Stephen King. Een bloeddorstige clown, Pennywise, die kinderen een ballon wil geven om ze vervolgens te vermoorden. Als ik een clown zie dan denk ik altijd aan de zin “Do you want a balloon?”.

Op het kerkhof zijn er genoeg plaatsen waar een clown zich kan verschuilen. Hij kan bijvoorbeeld ineens achter een grafsteen te voorschijn komen. Onze hond Charly was heel onrustig. Mijn zus dacht dat het kwam door konijnen. Ik wist wel beter ook hij voelde de aanwezigheid van de moordende clown.

Onvrede in Vredenburg

Armbanden, Illustratie: Xandra Knoth april 2015
Armbanden, Illustratie: Xandra Knoth april 2015

Gelukkig is niet iedereen zoals ik ben. Het zou namelijk een enorme chaos worden als iedereen besloot om op een andere stoel te gaan zitten dan de stoel die gereserveerd is.

Gisterenavond ben ik naar een concert in Vredenburg gegaan. Twee minuten voordat het begon wilde ik toch echt van plaats veranderen. Naast mij zat een mevrouw met luid rammelende armbanden. Ze had zoveel armbanden om dat ik dacht: “Nou, zij is zojuist aan de slavernij ontsnapt maar ze is nog niet ontketend.” Ze rammelde met name als ze aan het praten was, dan wapperde haar handen en armbanden alle kanten op. Mijn hoop was dat ze stil zou zitten als het concert was begonnen. Toch durfde ik er niet op te vertrouwen. Tegenover mij was vak E en dat was bijna helemaal leeg. Daar wilde ik liever gaan zitten.
Omdat dit mijn tweede keer in Vredenbrug was, had ik geen idee welke kant ik op moest. Er was niemand te zien en alle deuren waren dicht. De ingangen waren ook niet logisch ingedeeld. Rood, wit, blauw, het systeem werkt vast prima als je op de stoel wilt zitten die op het kaartje staat. In mijzelf mopperend dacht ik “Was dit nou echt nodig! Dadelijk gooien ze me buiten, einde concert“. Ik kwam een paar medewerkers tegen die heel behulpzaam waren en vroegen waar mijn plaats was: “wat staat erop uw kaartje?” “Op mijn kaartje staat de stoel waarop ik niet wil zitten, ik wil naar vak E”. Ik zou een half uur moeten wachten, en in de pauze kon ik dan weer naar binnen gaan. Fijn geregeld! Toen ze uit het zicht waren ben ik ergens naar binnen geglipt, wonder boven wonder zat ik in vak E.

Het concert was overigens erg mooi, met name het Ave Maria van Verdi.